Traiteme
nt concomitant avec tout autre anticoagulant, par exemple
héparine non-fractionnée (HNF), héparines de bas poids moléculaire (énoxaparine, dalteparine, etc), dérivés de l’héparine (fondaparinux, etc), anticoagulants oraux (warfarine, rivaroxaban, apixaban, etc), sauf en cas de changement de traitement pour Pradaxa ou inversement (voir rubriq
ue 4.2) ou en cas d’administration d’HNF aux doses nécessaires au maintien ...[+++] de la perméabilité d’un cathéter central veineux ou artériel (voir rubrique 4.5)
Gelijktijdige behandeling met andere anticoagulantia zoals bv. ongefractioneerde heparine (UFH), laag moleculair gewicht heparines (enoxaparine, dalteparine enz.), heparinederivaten (fondaparinux enz.), orale anticoagulantia (warfarine, rivaroxaban, apixaban enz.), behalve tijdens de omzetting van de behandeling naar of van Pradaxa (zie rubriek 4.2) of wanneer UFH wordt gegeven in een dosis om een centraal veneuze of een arteriële katheter doorgankelijk te houden (zie rubriek 4.5)