Hospitalisation pour ICC 3 (0,5) 5 (0,8) 4 (0,6) 0,59 (0,14-2,47) 0,46 Réanimation après arrêt 0 4 (0,6) 1 (0,1) NA 0,04 cardiaque Apparition d’une maladie 5 (0,8) 2 (0,3) 8 (1,2) 2,6 (0,50-13,4) 0,24 vasculaire périphérique Abréviations : ICC, insuffisance cardiaque congestive ; IC, intervalle de confiance ; IDM, infarctus du myocarde; AIT, accidents ischémiques transitoires, AVC, accident vasculaire cérébral.
Ziekenhuisopname 51 (7,7) 84 (12,8) 86 (12,8) 0,58 (0,41-0,82) 0,002 wegens angina Niet-fataal MI 14 (2,1) 19 (2,9) 11 (1,6) 0,73 (0,37-1,46) 0,37 Beroerte of TIA 6 (0,9) 12 (1,8) 8 (1,2) 0,50 (0,19-1,32) 0,15 Cardiovasculaire 5 (0,8) 2 (0,3) 5 (0,7) 2,46 (0,48-12,7) 0,27 mortaliteit Ziekenhuisopname 3 (0,5) 5 (0,8) 4 (0,6) 0,59 (0,14-2,47) 0,46 wegens CHF Gereanimeerde 0 4 (0,6) 1 (0,1) n.v.t. 0,04 hartstilstand Nieuwe perifere 5 (0,8) 2 (0,3) 8 (1,2) 2,6 (0,50-13,4) 0,24 vaatziekte Afkortingen: CHF = congestief hartfalen; BI = betrouwbaarheidsinterval; MI = myocardinfarct; TIA = transiënte ischemische aanval.