En cas de blessure chez un sujet pour qui la vaccination est une contre-indication absolue, de même que lorsque la vaccination date de plus de 20 ans ou lorsque le statut vaccinal ne peut être connu, des immunoglobulines antitétaniques (2 x 250 UI à 4 semaines d’intervalle) doivent être administrées.
In geval van wonden bij iemand voor wie de vaccinatie een absolute contra-indicatie vormt, evenzo als de vaccinatie dateert van meer dan 20 jaar geleden of als de vaccinatiestatus niet gekend is, moeten antitetanus immunoglobulines (2 x 250 IE met een interval van 4 weken) worden toegediend.