Vertaling van "anti-inflammatoire non stéroïdien peut diminuer " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Autres anti-inflammatoires non stéroïdiens [AINS]
overige niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen [NSAID]

dérivés (du):4-aminophénol | pyrazolés | médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens [AINS] salicylés
4-aminofenolderivaten | niet-steroïde anti-inflammatoire-geneesmiddelen [NSAID] | pyrazolonderivaten | salicylaten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS) Chez certains patients, l'administration d'un anti-inflammatoire non stéroïdien peut diminuer l’effet antihypertenseur des IECA.
Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) Bij sommige patiënten kan toediening van een niet-steroïdaal anti-inflammatoir geneesmiddel het bloeddrukverlagende effect van ACE-inhibitoren verminderen.

L'administration concomitante d'anti-inflammatoires non stéroïdiens peut diminuer l'activité antihypertensive du chlorhydrate de prazosine.
Gelijktijdige toediening van niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen kan de bloeddrukverlagende werkzaamheid van prazosinehydrochloride verminderen.

Inhibiteurs de la synthèse endogène de prostaglandines : la coprescription d’indométacine (anti-inflammatoire non stéroïdien) peut diminuer l’efficacité antihypertensive du fosinopril
Neuroleptica en imipramine-antidepressiva: Zoals bij alle antihypertensiva, vergroot de combinatie met een neurolepticum of een imipramine-antidepressivum het risico van orthostatische hypotensie.

Les médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens peuvent diminuer l’action diurétique et anti-hypertensive des diurétiques et provoquer une aggravation de l’insuffisance rénale.
Niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca kunnen de diuretische en antihypertensieve werking van diuretica doen dalen en een toename van nierinsufficiëntie teweegbrengen.

Les médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens peuvent diminuer l’effet antihypertenseur des bêtabloquants.
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen kunnen het antihypertensieve effect van betablokkeerders verminderen.

Autres anti-inflammatoires non stéroïdiens et corticostéroïdes : De manière générale, il convient d’éviter l’association de diclofénac avec d’autres antiinflammatoires non stéroïdiens ou des corticostéroïdes, y compris les salicylates et les pyrazolones, étant donné que ces associations modifient parfois la biodisponibilité de l’un des anti-inflammatoires non stéroïdiens et peuvent donc diminuer l’effet anti-inflammatoire de celuici tout en augmentant le risque d’effets indésirables gastro-intestinaux (voir rubrique 4.4 Mises en garde spéciales et précautions d’emploi).
Overige niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen en corticosteroïden: In het algemeen moet de associatie van diclofenac met andere systemische niet-steroïdale antiinflammatoire farmaca of corticosteroïden worden vermeden, met inbegrip van de salicylaten en de pyrazolonen, vermits deze associaties soms de biodisponibiliteit van één van de niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca wijzigen, en dus in staat zijn de anti-inflammatoire werking ervan te verminderen en het risico op gastro-intestinale bijwerkingen te doen toenemen (zie rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).

Anti-inflammatoires non stéroïdiens : lorsque les antagonistes de l'angiotensine II sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c'est-à-dire les inhibiteurs sélectifs de la cyclo-oxygénase de type 2 (COX-2), l'acide acétylsalicylique (> 3 g/jour) et les anti-inflammatoires non stéroïdiens non sélectifs), une atténuation de l'effet anti-hypertenseur peut se produire.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2 remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect verzwakken.

Anti-inflammatoires non stéroïdiens: lorsque les antagonistes de l'angiotensine II sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c'est à dire les inhibiteurs sélectifs de la cyclo-oxygénase de type 2 (COX-2), l'acide acétylsalicylique (> 3 g/jour) et les anti-inflammatoires non stéroïdiens non sélectifs), une atténuation de l'effet anti-hypertenseur peut se produire.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2- remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect verzwakken.

Anti-inflammatoires non stéroïdiens : lorsque les antagonistes de l’angiotensine II sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c’est à dire les inhibiteurs sélectifs de la cyclo-oxygénase de type 2 (COX-2), l’acide acétylsalicylique (> 3 g/jour) et les anti-inflammatoires non stéroïdiens non sélectifs), une atténuation de l’effet anti-hypertenseur peut se produire.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2- remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect verzwakken.