Vertaling van "anti-sérotonine ou une activité sérotonine-mimétique " (Frans → Nederlands) :

En fonction de la dose et des conditions expérimentales, la trazodone possède une activité anti-sérotonine ou une activité sérotoninomimétique; cette dernière activité est vraisemblablement liée à une inhibition sélective de la recapture de la 5-HT.
Naargelang de dosis en de proefopstelling bezit trazodon een antiserotonine- of een serotonine-mimetische werking; deze laatste is waarschijnlijk gebonden aan een selectieve inhibitie van de 5-H.T. heropname.

D'après les doses et les conditions expérimentales, la trazodone possède une activité anti-sérotonine ou une activité sérotonine-mimétique ; cette dernière est vraisemblablement liée à une inhibition sélective de la recapture de 5-H.T.
Naargelang de dosis en de proefopstelling bezit trazodon een anti-serotonine of een serotoninemimetische werking; deze laatste is waarschijnlijk gebonden aan een selectieve inhibitie van de 5-H.T.- heropname.

-mimétiques et les anticholinergiques ont surtout un effet bronchodilatateur, tandis que les corticostéroïdes et les antagonistes des récepteurs des leucotriènes agissent surtout par leur activité anti-inflammatoire; la théophylline a des propriétés bronchodilatatrices modestes, et peut-être aussi des propriétés antiinflammatoires; le cromoglicate sodique inhibe la libération des médiateurs.
Bij de behandeling van astma gebruikt men ß 2 -mimetica (kortwerkende of langwerkende), anticholinergica (kortwerkende, niet de langwerkende), corticosteroïden (via inhalatie en systemisch), antagonisten van de leukotrieenreceptoren, theophylline en natriumcromoglycaat. Het onderscheid tussen stoffen met bronchodilaterende eigenschappen en deze met anti-inflammatoire eigenschappen is niet absoluut: voor de ß 2 -mimetica en de anticholinergica overweegt het bronchodilaterend effect, terwijl de corticosteroïden en de antagonisten van de leukotrieenreceptoren vooral actief zijn door hun anti-inflammatoire werking; theophylline bezit bescheiden bronchodilaterende, en mogelijk ook anti-inflammatoire eigenschappen; natriumcromoglycaat inhibeert de mediatorenvrijstelling.

1 L02BG INHIBITEURS DE L'AROMATASE 43,0% 2.458 9,2% 680 16,0% 2 2 L02BA ANTI-ESTROGENES 7,8% 447 10,0% 705 16,6% 1 3 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 7,5% 429 1,7% 127 3,0% 7 4 B01AB GROUPE DES HEPARINES 3,1% 177 0,3% 90 2,1% 11 5 L02BB ANTI-ANDROGENES 2,5% 141 1,7% 41 1,0% 21 6 M05BA BIPHOSPHONATES 2,4% 135 0,5% 123 2,9% 8 7 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,3% 132 0,1% 233 5,5% 4 8 H01CB SOMATOSTATINE ET ANALOGUES 2,2% 125 0,5% 3 0,1% 85 9 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 1,9% 111 0,5% 42 1,0% 20 10 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 1,9% 106 0,0% 159 3,7% 5 11 H02AB GLUCOCORTICOIDES 1,8% 103 0,5% 291 6,9% 3 12 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 1,6% 94 0,2% 30 0,7% 27 13 A04AA ANTAGONISTES DE LA SEROTONINE (5HT3) 1,6% 91 20,5% 6 0,2% 63 14 N02AX AUTRES OPIACES 1,0% 58 0,1% 45 1,1% 17 15 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,9% 53 0,2% 9 0,2% 52 16 L01BC ANALOGUES DES PYRIMIDINES 0,9% 53 2,5% 3 0,1% 93 17 N02AE DERIVES DE L'ORIPAVINE 0,8% 48 0,6% 8 0,2% 56 18 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,8% 46 0,1% 78 1,8% 13 19 N02AA ALCALOIDES NATURELS DE L'OPIUM 0,8% 46 0,7% 16 0,4% 38 20 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,8% 43 0,1% 49 1,2% 15 21 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.
1 L02BG AROMATASE-INHIBITOREN 43,0% 2.458 9,2% 680 16,0% 2 2 L02BA ANTI-OESTROGENEN 7,8% 447 10,0% 705 16,6% 1 3 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 7,5% 429 1,7% 127 3,0% 7 4 B01AB HEPARINEGROEP 3,1% 177 0,3% 90 2,1% 11 5 L02BB ANTI-ANDROGENEN 2,5% 141 1,7% 41 1,0% 21 6 M05BA BISFOSFONATEN 2,4% 135 0,5% 123 2,9% 8 7 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,3% 132 0,1% 233 5,5% 4 8 H01CB SOMATOSTATINE EN ANALOGEN 2,2% 125 0,5% 3 0,1% 85 9 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 1,9% 111 0,5% 42 1,0% 20 10 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,9% 106 0,0% 159 3,7% 5 11 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,8% 103 0,5% 291 6,9% 3 12 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 1,6% 94 0,2% 30 0,7% 27 13 A04AA SEROTONINE (5HT3) ANTAGONISTEN 1,6% 91 20,5% 6 0,2% 63 14 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,0% 58 0,1% 45 1,1% 17 15 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,9% 53 0,2% 9 0,2% 52 16 L01BC PYRIMIDINEDERIVATEN 0,9% 53 2,5% 3 0,1% 93 17 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 0,8% 48 0,6% 8 0,2% 56 18 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 0,8% 46 0,1% 78 1,8% 13 19 N02AA NATUURLIJKE OPIUMALKALOIDEN 0,8% 46 0,7% 16 0,4% 38 20 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,8% 43 0,1% 49 1,2% 15 21 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.

1 L02BA ANTI-ESTROGENES 21,1% 531 7,0% 604 31,6% 1 2 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 14,5% 365 8,1% 83 4,3% 3 3 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 6,4% 162 0,5% 30 1,6% 11 4 L03AA FACTEURS DE CROISSANCE DES COLONIES 5,6% 141 4,2% 1 0,1% 107 5 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 4,1% 102 0,9% 63 3,3% 4 6 J02AC DERIVES TRIAZOLES 3,1% 79 0,2% 8 0,4% 43 7 L03AB INTERFERONS 3,0% 76 0,3% 5 0,2% 59 8 L02AB PROGESTATIFS 2,8% 72 5,6% 15 0,8% 25 9 L02BB ANTI-ANDROGENES 2,8% 70 0,6% 13 0,7% 28 10 H02AB GLUCOCORTICOIDES 2,6% 65 0,3% 178 9,3% 2 11 A04AA ANTAGONISTES DE LA SEROTONINE (5HT3) 2,2% 55 8,7% 2 0,1% 92 12 M05BA BIPHOSPHONATES 2,1% 53 0,2% 16 0,8% 22 13 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 2,1% 52 0,0% 44 2,3% 7 14 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 1,8% 46 0,0% 24 1,3% 13 15 N02AX AUTRES OPIACES 1,6% 40 0,1% 23 1,2% 16 16 B01AB HEPARINE 1,3% 32 0,1% 25 1,3% 12 17 N02AA ALCALOIDES NATURELS DE L'OPIUM 1,3% 32 1,2% 13 0,7% 27 18 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 1,2% 30 0,4% 1 0,1% 102 19 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 1,1% 28 0,1% 30 1,6% 10 20 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,1% 28 0,1% 9 0,5% 36 21 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 1,0% 26 0,0% 31 1,6% 9 22 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 0,7% 19 0,0% 24 1,3% 14 23 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 0,7% 19 0,0% 42 2,2% 8 24 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INCLUS 0,7% 18 0,0% 8 0,4% 41 25 M01AC OXICAMES 0,6% 16 0,1% 23 1,2% 15 26 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,6% 16 0,0% 12 0,6% 30 27 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 0,5% 14 0,1% 8 0,4% 39
1 L02BA ANTI-OESTROGENEN 21,1% 535 7,0% 609 31,6% 1 2 L02BG ENZYMREMMERS 14,5% 368 8,1% 83 4,3% 3 3 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 6,4% 163 0,5% 30 1,6% 11 4 L03AA COLONY STIMULATING FACTORS (BLOEDGROEIFACTOREN) 5,6% 142 4,2% 1 0,1% 105 5 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 4,1% 103 0,9% 64 3,3% 4 6 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 3,2% 80 0,2% 9 0,4% 39 7 L03AB INTERFERONEN 3,0% 77 0,3% 5 0,2% 59 8 L02AB PROGESTAGENEN 2,8% 72 5,6% 15 0,8% 25 9 L02BB ANTI-ANDROGENEN 2,8% 71 0,6% 13 0,7% 29 10 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 2,6% 65 0,3% 179 9,3% 2 11 A04AA SEROTONINE (5HT3) ANTAGONISTEN 2,2% 55 8,7% 2 0,1% 90 12 M05BA BISFOSFONATEN 2,1% 53 0,2% 16 0,8% 22 13 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 2,1% 53 0,0% 44 2,3% 7 14 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 1,8% 47 0,0% 24 1,3% 13 15 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,6% 41 0,1% 23 1,2% 16 16 B01AB HEPARINEGROEP 1,3% 32 0,1% 28 1,5% 12 17 N02AA NATUURLIJKE OPIUMALKALOIDEN 1,3% 32 1,2% 13 0,7% 27 18 H01CB ANTIGROEIHORMOON 1,2% 30 0,4% 1 0,1% 100 19 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 1,1% 29 0,1% 31 1,6% 10 20 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,1% 29 0,1% 9 0,5% 36 21 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 1,0% 26 0,0% 32 1,6% 9 22 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 0,7% 19 0,0% 24 1,3% 14 23 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 0,7% 19 0,0% 42 2,2% 8 24 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 0,7% 18 0,0% 8 0,4% 42 25 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,6% 16 0,1% 23 1,2% 15 26 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,6% 16 0,0% 13 0,7% 28 27 N03AG VETZUURDERIVATEN 0,5% 14 0,1% 9 0,4% 40 28 C09AA INHIBITOREN VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 0,5% 14 0,0% 23 1,2% 17 29 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,5% 13 0,0% 10 0,5% 33

1 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 43,8% 2.263 8,4% 565 17,0% 2 2 L02BA ANTI‐ESTROGENES 9,5% 492 9,5% 691 20,8% 1 3 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 6,2% 323 1,1% 77 2,3% 8 4 M05BA BIPHOSPHONATES 4,1% 210 0,6% 168 5,1% 4 5 L01XE INHIBITEURS DE LA PROTEINE KINASE 2,6% 135 0,5% 1 0,0% 117 6 B01AB GROUPE DES HEPARINES 2,3% 118 0,2% 56 1,7% 12 7 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,0% 106 0,1% 127 3,8% 5 8 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 2,0% 103 0,4% 32 1,0% 18 9 L02BB ANTI‐ANDROGENES 1,8% 91 0,9% 18 0,6% 31 10 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 1,6% 81 0,4% 2 0,1% 97 11 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 1,5% 79 0,0% 111 3,3% 6 12 L01BC ANALOGUES DES PYRIMIDINES 1,5% 77 3,4% 4 0,1% 70 13 H02AB GLUCOCORTICOIDES 1,5% 77 0,3% 206 6,2% 3 14 A04AA ANTAGONISTES DE LA SEROTONINE (5HT3) 1,4% 74 13,5% 4 0,1% 66 15 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,0% 54 0,2% 7 0,2% 52 16 N02AX AUTRES OPIACES 1,0% 53 0,1% 38 1,2% 15 17 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,9% 48 0,0% 67 2,0% 10 18 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,9% 44 0,0% 33 1,0% 17 19 N02AE DERIVES DE L'ORIPAVINE 0,7% 37 0,5% 6 0,2% 58 20 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 0,7% 35 0,2% 31 0,9% 20 21 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 0,6% 34 0,1% 10 0,3% 44 22 N02AA ALCALOIDES NATURELS DE L'OPIUM 0,5% 28 0,6% 12 0,4% 38 23 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.
1 L02BG ENZYMREMMERS 43,8% 2.263 8,4% 565 17,0% 2 2 L02BA ANTI‐OESTROGENEN 9,5% 492 9,5% 691 20,8% 1 3 L02AE GONADORELINE‐ANALOGEN 6,2% 323 1,1% 77 2,3% 8 4 M05BA BISFOSFONATEN 4,1% 210 0,6% 168 5,1% 4 5 L01XE PROTEINEKINASEREMMERS 2,6% 135 0,5% 1 0,0% 117 6 B01AB HEPARINEGROEP 2,3% 118 0,2% 56 1,7% 12 7 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,0% 106 0,1% 127 3,8% 5 8 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 2,0% 103 0,4% 32 1,0% 18 9 L02BB ANTI‐ANDROGENEN 1,8% 91 0,9% 18 0,6% 31 10 H01CB ANTIGROEIHORMOON 1,6% 81 0,4% 2 0,1% 97 11 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,5% 79 0,0% 111 3,3% 6 12 L01BC PYRIMIDINEDERIVATEN 1,5% 77 3,4% 4 0,1% 70 13 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,5% 77 0,3% 206 6,2% 3 14 A04AA SEROTONINE (5HT3) ANTAGONISTEN 1,4% 74 13,5% 4 0,1% 66 15 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,0% 54 0,2% 7 0,2% 52 16 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,0% 53 0,1% 38 1,2% 15 17 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 0,9% 48 0,0% 67 2,0% 10 18 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,9% 44 0,0% 33 1,0% 17 19 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 0,7% 37 0,5% 6 0,2% 58 20 M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 0,7% 35 0,2% 31 0,9% 20 21 N03AX OVERIGE ANTI‐EPILEPTICA 0,6% 34 0,1% 10 0,3% 44 22 N02AA NATUURLIJKE OPIUMALKALOIDEN 0,5% 28 0,6% 12 0,4% 38 23 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.

1 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 46,1% 2.388 8,6% 636 17,8% 2 2 L02BA ANTI‐ESTROGENES 8,7% 452 9,1% 640 17,9% 1 3 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 5,9% 307 1,1% 81 2,3% 9 4 M05BA BIPHOSPHONATES 3,3% 173 0,5% 145 4,1% 5 5 B01AB GROUPE DES HEPARINES 2,3% 118 0,2% 59 1,7% 13 6 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 2,2% 114 0,5% 36 1,0% 18 7 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,2% 112 0,1% 167 4,7% 4 8 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 1,7% 86 0,0% 122 3,4% 6 9 L02BB ANTI‐ANDROGENES 1,6% 84 1,1% 24 0,7% 27 10 H02AB GLUCOCORTICOIDES 1,6% 81 0,4% 218 6,1% 3 11 A04AA ANTAGONISTES DE LA SEROTONINE (5HT3) 1,4% 74 14,4% 5 0,1% 65 12 L01BC ANALOGUES DES PYRIMIDINES 1,4% 72 3,3% 4 0,1% 76 13 L01XE INHIBITEURS DE LA PROTEINE KINASE 1,3% 70 0,3% 1 0,0% 141 14 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 1,1% 58 0,1% 19 0,5% 32 15 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 1,1% 57 0,3% 1 0,0% 110 16 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 1,0% 50 0,1% 79 2,2% 10 17 N02AX AUTRES OPIACES 0,9% 47 0,1% 36 1,0% 17 18 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,9% 44 0,2% 7 0,2% 57 19 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,8% 44 0,0% 40 1,1% 16 20 N02AE DERIVES DE L'ORIPAVINE 0,8% 43 0,5% 7 0,2% 55 21 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.
1 L02BG ENZYMREMMERS 46,1% 2.388 8,6% 636 17,8% 2 2 L02BA ANTI‐OESTROGENEN 8,7% 452 9,1% 640 17,9% 1 3 L02AE GONADORELINE‐ANALOGEN 5,9% 307 1,1% 81 2,3% 9 4 M05BA BISFOSFONATEN 3,3% 173 0,5% 145 4,1% 5 5 B01AB HEPARINEGROEP 2,3% 118 0,2% 59 1,7% 13 6 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 2,2% 114 0,5% 36 1,0% 18 7 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,2% 112 0,1% 167 4,7% 4 8 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,7% 86 0,0% 122 3,4% 6 9 L02BB ANTI‐ANDROGENEN 1,6% 84 1,1% 24 0,7% 27 10 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,6% 81 0,4% 218 6,1% 3 11 A04AA SEROTONINE (5HT3) ANTAGONISTEN 1,4% 74 14,4% 5 0,1% 65 12 L01BC PYRIMIDINEDERIVATEN 1,4% 72 3,3% 4 0,1% 76 13 L01XE PROTEINEKINASEREMMERS 1,3% 70 0,3% 1 0,0% 141 14 N03AX OVERIGE ANTI‐EPILEPTICA 1,1% 58 0,1% 19 0,5% 32 15 H01CB ANTIGROEIHORMOON 1,1% 57 0,3% 1 0,0% 110 16 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 1,0% 50 0,1% 79 2,2% 10 17 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,9% 47 0,1% 36 1,0% 17 18 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,9% 44 0,2% 7 0,2% 57 19 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,8% 44 0,0% 40 1,1% 16 20 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 0,8% 43 0,5% 7 0,2% 55 21 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.

Mécanisme d’action La paroxétine est un inhibiteur puissant et sélectif de la capture de la 5-hydroxytryptamine (5-HT, sérotonine). Lors du traitement des TOC, du trouble d’anxiété sociale/phobie sociale, du trouble d’anxiété généralisée, du trouble de stress post-traumatique et du trouble panique, on pense que son activité anti-dépressive et son efficacité sont liées à l’inhibition spécifique de la capture de la 5HT au niveau des neurones cérébraux.
Werkingsmechanisme Paroxetine is een krachtige en selectieve remmer van de opname van 5-hydroxytryptamine (5-HT, serotonine) en zijn antidepressieve werking en doeltreffendheid bij de behandeling van OCS, sociale angststoornis/sociale fobie, veralgemeende angststoornis, posttraumatische stressstoornis en paniekstoornis zouden toe te schrijven zijn aan een specifieke remming van de opname van 5-HT door de hersenneuronen.

Mécanisme d’action La paroxétine est un inhibiteur puissant et sélectif de la capture de la 5-hydroxytryptamine (5-HT, sérotonine). Lors du traitement des TOC, du trouble d’anxiété sociale/phobie sociale, du trouble anxieux généralisé, du trouble de stress post-traumatique et du trouble panique, on pense que son activité anti-dépressive et son efficacité sont liées à l’inhibition spécifique de la capture de la 5HT au niveau des neurones cérébraux.
Werkingsmechanisme Paroxetine is een sterke en selectieve remmer van de opname van 5- hydroxytryptamine (5-HT, serotonine) en de antidepressieve werking en effectiviteit bij de behandeling van obsessief-compulsieve stoornissen, sociale angst stoornis/sociale fobie, algemene angststoornis, posttraumatische stress stoornis en paniekstoornis hangen vermoedelijk samen met de specifieke remming van de 5HT -opname in de hersenneuronen.

d'activité est surtout caractérisé par l'antagonisme de la sérotonine (liaison aux récepteurs à la sérotonine-2), associé à des effets adrénolytiques (α 1 -) et antidopaminergiques (D 2 -)
serotonine 2-receptoren), geassocieerd met relatief minder krachtige adrenolytische (α 1 -) en antidopaminerge (D 2-) effecten. Alleen of in combinatie met meer incisieve