Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "anti-vhc voir rubrique " (Frans → Nederlands) :

Monothérapie par les inhibiteurs de la protéase du VHC D’après les résultats d’études cliniques, Victrelis ne doit pas être utilisé seul en raison d’un risque de résistance fortement accru en l’absence d’association à des traitements anti-VHC (voir rubrique 5.1).

HCV-protease monotherapie Op grond van de resultaten van klinisch onderzoek mag Victrelis niet als monotherapie worden gebruikt gezien de hoge waarschijnlijkheid van toegenomen resistentie zonder gecombineerde anti- HCV-therapieën (zie rubriek 5.1).


Utilisation chez les patients co-infectés par le VIH Victrelis, en association au peginterféron alfa et à la ribavirine, a été étudié chez 98 patients au total (64 dans le bras Victrelis), co-infectés par le Virus de l’Immunodéficience Humaine (VIH) et par le VHC de génotype 1, et préalablement non-traités pour leur infection chronique par le VHC (voir rubriques 4.8 et 5.1).

Gebruik bij patiënten met co-infectie met hiv Victrelis, in combinatie met peginterferon alfa en ribavirine, is beoordeeld bij in totaal 98 patiënten (64 in de Victrelis-arm) die een co-infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) en HCV genotype 1 hadden en die niet eerder waren behandeld voor chronische HCV-infectie (zie rubrieken 4.8 en 5.1).


Patients naïfs Patients adultes : En association avec l’interféron alpha-2b ou le peginterféron alpha-2b, Ribavirine Sandoz 200 mg gélules est indiqué pour le traitement des patients adultes atteints d’hépatite C chronique, n’ayant pas été traités au préalable, sans décompensation hépatique, ayant des taux élevés d’alanine aminotransférase (ALT) et positifs pour l’ARN-VHC (voir rubrique 4.4).

Patiënten die nog niet werden behandeld Volwassen patiënten: Ribavirine Sandoz 200 mg capsules, hard is geïndiceerd in combinatie met interferon alfa-2b of peginterferon alfa-2b voor de behandeling van volwassen patiënten met chronische hepatitis C die nog niet werden behandeld, zonder leverdecompensatie, met verhoogde alanineaminotransferase (ALT), die positief zijn op HCV-RNA in het serum (zie rubriek 4.4).


Toxicité mitochondriale : Une toxicité mitochondriale et une acidose lactique ont été rapportées chez les patients VIH-positifs recevant un traitement INTI en association avec de la ribavirine pour leur co-infection VHC (voir rubrique 4.4).

Mitochondriale toxiciteit: Mitochondriale toxiciteit en lactaatacidose zijn gemeld bij HIV-positieve patiënten die een NRTIbehandeling kregen in combinatie met ribavirine voor een gelijktijdige infectie met HCV (zie rubriek 4.4).


Toxicité mitochondriale : Une toxicité mitochondriale et une acidose lactique ont été rapportées chez les patients VIHpositifs recevant un traitement INTI en association avec la ribavirine pour leur co-infection VHC (voir rubrique 4.4).

Mitochondriale toxiciteit: Mitochondriale toxiciteit en melkzuuracidose werden gerapporteerd bij hiv-positieve patiënten die werden behandeld met een NRTI en ribavirine wegens een HCV-hiv-co-infectie (zie rubriek 4.4).


Aucune donnée clinique n’est disponible concernant le re-traitement des patients ayant échoué à un traitement comportant un inhibiteur de la protéase NS3-4A du VHC (voir rubrique 5.1).

Er zijn geen klinische gegevens over herbehandeling van patiënten bij wie een behandeling op basis van een HCV NS3-4A-proteaseremmer gefaald had (zie rubriek 5.1).


Toxicité mitochondriale : Une toxicité mitochondriale et une acidose lactique ont été rapportées chez les patients VIH-positifs recevant un traitement INTI en association avec de la ribavirine pour leur co-infection VHC (voir rubrique 4.4).

Mitochondriale toxiciteit: Mitochondriale toxiciteit en lactaatacidose zijn gemeld bij HIV-positieve patiënten die een NRTIbehandeling kregen in combinatie met ribavirine voor een gelijktijdige infectie met HCV (zie rubriek 4.4).


De nombreux effets indésirables décrits ci-dessus sont souvent dus à une augmentation des concentrations plasmatiques d’autres médicaments anti-convulsivants (voir rubriques 4.4 et 4.5) et peuvent régresser à la suite d’une réduction de la dose de ces produits.

Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen Veel van bovengenoemde bijwerkingen zijn dikwijls toe te schrijven aan een stijging van de plasmaspiegels van andere anti-epileptische geneesmiddelen (zie rubrieken 4.4 en 4.5) en kunnen afnemen wanneer de dosis van deze geneesmiddelen wordt verminderd.


Compte tenu du risque accru d’infections graves, Rilonacept Regeneron ne doit pas être utilisé avec les médicaments anti-TNF (voir rubrique 4.5).

Rilonacept Regeneron dient niet te worden gebruikt met TNF-remmers in verband met een verhoogd risico van ernstige infecties (zie rubriek 4.5).


- développement d'anticorps anti-VPRIV (voir rubrique 2)

- ontwikkeling van antistoffen tegen VPRIV (zie rubriek 2)


w