Les quinolones peuvent abaisser le seuil épileptogène et peuvent déclencher des crises convulsives. La lévofloxacine est contre-indiquée chez les
patients ayant des antécédents d’épilepsie (voir rubrique 4.3) et, comme les autres quinolones, doit être utilisée avec la plus grande prudence chez les patients prédisposés aux crises convulsives ou sous traitement concomitant par des substances actives abaissant le seuil épileptogène, telles que la théophyllin
e (voir rubrique 4.5) En cas de crises convulsives (voir rub
...[+++]rique 4.8), le traitement par lévofloxacine doit êtreinterrompu.
Patiënten met aanleg tot convulsies Chinolonen kunnen de convulsiedrempel verlagen en convulsies uitlokken.Levofloxacine is gecontra-indiceerd bij patiënten met een voorgeschiedenis epilepsie (zie rubriek 4.3) en dient, net als andere chinolonen, met de grootste voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met aanleg tot convulsies of patiënten die gelijktijdig behandeld worden met werkzame stoffen die de cerebrale convulsiedrempel verlagen, zoals theofylline (zie rubriek 4.5).. Indien convulsies optreden (zie rubriek 4.8), dient de behandeling met levofloxacine stopgezet te worden.