IOPIDINE doit être administré avec prudence chez les patients ayant des antécédents d'angor, insuffisance coronarienne sévère, antécédents récents d’infarctus du myocarde, insuffisance cardiaque manifeste, hypertension, maladie cardiovasculaire incluant l’apoplexie, une maladie cérébrovasculaire, le syndrome de Parkinson, une insuffisance rénale chronique, la maladie de Raynaud ou une thromboangéite oblitérante.
IOPIDINE moet met voorzichtigheid gebruikt worden bij patiënten met een anamnese van angina, ernstige coronaire insufficiëntie, een recent myocardinfarct, bekend hartfalen, hypertensie, een cardiovasculaire aandoening met inbegrip van apoplexie, een cerebrovasculaire aandoening, het Parkinson-syndroom, chronisch nierfalen, de ziekte van Raynaud of thromboangiitis obliterans.