- Chez les patients avec un risque thromboembolique élevé (c.-à-d. âge > 75 ans, hypertension artérielle avec tension systolique > 160 mmHg, insuffisance cardiaque, valvulopathie, dysfonctionnement ventriculaire gauche, antécédents thrombo-emboliques ou diabète sucré), les anticoagulants oraux sont recommandés (avec un INR entre 2,0 et 3,0), vu que leurs avantages contrebalancent généralement leurs inconvénients.
- Bij patiënten met een hoog trombo-embolisch risico (d.w.z. leeftijd > 75 jaar, arteriële hypertensie met systolische druk > 160 mmHg, hartfalen, hartkleplijden, linkerventrikeldisfunctie, trombo-embolische antecedenten of type 1-diabetes), zijn de orale anticoagulantia aangewezen (met een INR tussen 2,0 en 3,0), gezien de voordelen in het algemeen opwegen tegen de risico’s.