Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «appellante » (Français → Néerlandais) :

Appellante die voorhoudt de aangetekende zending niet te hebben ontvangen draagt, in toepassing van artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek, hiervan de bewijslast ; appellante blijft echter in gebreke het bewijs te leveren dat zij de aangetekende brief van 30 september 2003 niet heeft ontvangen en tot op heden deed zij hiertoe geen enkele inspanning.

Appellante die voorhoudt de aangetekende zending niet te hebben ontvangen draagt, in toepassing van artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek, hiervan de bewijslast; appellante blijft echter in gebreke het bewijs te leveren dat zij de aangetekende brief van 30 september 2003 niet heeft ontvangen en tot op heden deed zij hiertoe geen enkele inspanning.


Appellante heeft terecht ingeroepen dat deze toestand er op het vlak van de juridische consequenties toe leidt dat geïntimeerde niet als zijnde arbeidsongeschikt erkend kan worden in de zin van artikel 100, van de gecoördineerde GVU-wet.

Appellante heeft terecht ingeroepen dat deze toestand er op het vlak van de juridische consequenties toe leidt dat geïntimeerde niet als zijnde arbeidsongeschikt erkend kan worden in de zin van artikel 100 van de gecoördineerde GVU-wet.


Immers, uit de gegevens van het administratief dossier, meer bepaald het aangetekend schrijven dat appellante op 22 april 2005 richtte aan tweede geïntimeerde (stuk 1 administratief dossier) blijkt dat appellante alleszins op 3 december 2004 kennis nam van de administratieve sanctie die door tweede geïntimeerde werd opgelegd in toepassing van het Koninklijk besluit van 10 januari 1969 ; appellante vermeldt in dit schrijven dat haar mutualiteit vanaf 3 december 2004 de uitbetaling van de prestaties van de uitkeringsverzekering schorste gedurende 200 dagen.

Immers, uit de gegevens van het administratief dossier, meer bepaald het aangetekend schrijven dat appellante op 22 april 2005 richtte aan tweede geïntimeerde (stuk 1 administratief dossier) blijkt dat appellante alleszins op 3 december 2004 kennis nam van de administratieve sanctie die door tweede geïntimeerde werd opgelegd in toepassing van het Koninklijk besluit van 10 januari 1969; appellante vermeldt in dit schrijven dat haar mutualiteit vanaf 3 december 2004 de uitbetaling van de prestaties van de uitkeringsverzekering schorste gedurende 200 dagen.


enerzijds naar appellante op het adres waar appellante effectief woonachtig is, anderzijds naar haar mutualiteit, zijnde de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, St.-Huibrechtsstraat 19 te 1150 Brussel (stuk 4 administratief dossier: lijst van de aangetekende zendingen nr. 345 van 30.09.2003).

enerzijds naar appellante op het adres waar appellante effectief woonachtig is, anderzijds naar haar mutualiteit, zijnde de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, St.-Huibrechtsstraat 19 te 1150 Brussel (stuk 4 administratief dossier: lijst van de aangetekende zendingen nr. 345 van 30.9.2003).


Nu de bestreden heffingen waaraan de farmaceutische firma’s worden onderworpen niet van toepassing zijn op de groothandelaars-verdelers, is appellante van oordeel dat deze aldus een steunmaatregel genieten die onverenigbaar is met artikel 107 § 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Zij wijst erop dat deze groothandelaars-verdelers via de marges die zij ontvangen, eveneens een inkomen genieten in functie van de verkochte vergoedbare specialiteiten en dat hen tijdens de periode 1 januari 1996 tot 31 december 1997 wel een heffing werd opgelegd op hun brutowinst.

Nu de bestreden heffingen waaraan de farmaceutische firma’s worden onderworpen niet van toepassing zijn op de groothandelaars-verdelers, is appellante van oordeel dat deze aldus een steunmaatregel genieten die onverenigbaar is met artikel 107 § 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


Zelfs in de hypothese dat appellante zou kunnen bewijzen dat er geen geldige kennisgeving gebeurde op 1 oktober 2003 dan nog is haar beroep tegen de administratieve beslissing van 30 september 2003 laattijdig gelet op de kennisneming op 3 december 2004 waardoor de beroepstermijn een aanvang neemt op 4 december 2004 om te eindigen op 3 maart 2005 (art. 52 en 53 van het Ger.W.).

Zelfs in de hypothese dat appellante zou kunnen bewijzen dat er geen geldige kennisgeving gebeurde op 1 oktober 2003 dan nog is haar beroep tegen de administratieve beslissing van 30 september 2003 laattijdig gelet op de kennisneming op 3 december 2004 waardoor de beroepstermijn een aanvang neemt op 4 december 2004 om te eindigen op 3 maart 2005 (art. 52 en 53 van het Ger. W.).


De dochter van appellante, lijdt aan een zelfzame, chronische aandoening.

De dochter van appellante lijdt aan een zeldzame, chronische aandoening.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

appellante ->

Date index: 2023-02-16
w