Les États membres peuvent cependant faire une exception pour la mise sur le marché et l’utilisation de membranes contenant du chrysotile (sous f), présentes dans les installations d’électrolyse existantes, jusqu’à ce qu’elles arrivent à remplacement ou jusqu’à ce que des substituts à l’amiante appropriés soient disponibles, au plus rapide de ces deux événements.
De lidstaten kunnen echter een uitzondering maken voor het in de handel brengen en het gebruik van membranen die chrysotiel (onder f) bevatten in bestaande elektrolyseinstallaties, tot zij aan vervanging toe zijn of tot geschikte asbestsubstituten beschikbaar komen, naargelang van wat het eerst gebeurt.
