2. Le tissu (une mandibule, p.ex) qui ne peut être prélevé de manière stérile en dépit de l'utilisation d'une technique aseptique, ne peut entrer en ligne de compte pour une transplantation qu'après stérilisation efficace au moyen d'un procédé validé.
2. Weefsel (zoals een onderkaak, b.v) dat niet steriel kan worden uitgenomen ondanks het gebruik van aseptische technieken komt alleen in aanmerking voor transplantatie na doeltreffende sterilisatie door gebruik te maken van een gevalideerd procédé.