La rifaximine n’est quasiment pas résorbée, et agit localement sur la flore intestinale, diminuant ainsi la production d’amoniac Les principaux effets indésirables de la rifaximine consistent en un oedème périphérique, une ascite, une anémie, des arthralgies, de la fièvre et des vertiges.
Rifaximine wordt praktisch niet geresorbeerd en oefent zijn werking lokaal uit ter hoogte van de darmflora, waarbij het de productie van ammoniak verlaagt. De voornaamste ongewenste effecten van rifaximine zijn perifeer oedeem, ascites, anemie, arthralgieën, koorts en vertigo.