Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.
Allongement hypertrophique du col de l'utérus
Bacille respiratoire associé aux cils
Carcinome rénal associé à une maladie kystique acquise
Lymphome T associé à une entéropathie
Névrotique en F40-F48
Syndrome asthénique

Vertaling van "associé à l’allongement " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE


Définition: Groupe de troubles catactérisés par la présence d'un trouble des conduites (F91.-), associé à des perturbations émotionnelles persistantes et marquées, par exemple une anxiété, des obsessions ou des compulsions, une dépersonnalisation ou une déréalisation, des phobies ou une hypocondrie. | Troubles des conduites en F91.- associés à un trouble:émotionnel en F93.- | névrotique en F40-F48

Omschrijving: Deze categorie vereist de combinatie van een gedragsstoornis (F91.-) en aanhoudende en duidelijke emotionele-symptomen - zoals angst, dwanggedachten of dwanghandelingen, depersonalisatie of derealisatie, fobieën of hypochondrie. | Neventerm: | gedragsstoornis uit F91.- samen met | een emotionele stoornis uit F93.- | gedragsstoornis uit F91.- samen met | een neurotische stoornis uit F40-F48


Définition: Groupe hétérogène de troubles qui ont en commun la caractéristique d'un début dans l'enfance, mais qui diffèrent par ailleurs sur de nombreux points. Certains constituent des syndromes nettement définis, alors que d'autres ne sont que de simples associations de symptômes; ces derniers doivent toutefois être répertoriés, d'une part en raison de leur fréquence et de leur association avec une altération du fonctionnement psychosocial, d'autre part parce qu'ils ne peuvent pas être inclus dans d'autres syndromes.

Omschrijving: Een heterogene groep stoornissen die een kenmerkend begin op kinderleeftijd gemeen hebben, maar overigens in vele opzichten van elkaar verschillen. Sommige van deze toestanden vertegenwoordigen goed gedefinieerde syndromen, maar andere zijn niet meer dan symptomencomplexen die genoemd moeten worden wegens hun veelvuldig voorkomen en samengaan met psychosociale stoornis en omdat ze niet bij andere syndromen kunnen worden ondergebracht.


Définition: Trouble caractérisé par la présence d'un trouble des conduites (F91.-), associé à une humeur dépressive marquée et persistante (F32.-), se traduisant par des symptômes tels que tristesse (l'enfant se sent très malheureux), perte d'intérêt et de plaisir pour les activités usuelles, sentiment de culpabilité et perte d'espoir. Le trouble peut s'accompagner d'une perturbation du sommeil ou de l'appétit. | Trouble des conduites en F91.- associé à un trouble dépressif en F32.-

Omschrijving: Deze categorie vereist de combinatie van een gedragsstoornis (F91.-) en aanhoudende en duidelijke depressieve stemming, zoals dat uit de symptomen blijkt - bijvoorbeeld een gevoel van diepe ellende, verlies van belangstelling voor en plezier in gebruikelijke activiteiten, zelfverwijt en gevoel van hopeloosheid; verstoringen van slaap of eetlust kunnen eveneens aanwezig zijn. | Neventerm: | gedragsstoornis uit F91.- samen met een depressieve stoornis uit F32.-


mort ou un handicap sérieux (kernictère) associés avec à l'absence de dépistage et de traitement de l'hyperbilirubinémie chez les nouveau-nés

dood of ernstige invaliditeit (kernicterus) geassocieerd met falen van identificeren en behandelen van hyperbilirubinemia bij pasgeborenen


Définition: Il existe des variations culturelles importantes dans les manifestations de ce trouble, qui comporte deux types essentiels, ayant de nombreux points communs. Dans le premier type, la caractéristique essentielle est une plainte concernant une fatigue accrue après des efforts mentaux, souvent associée à une certaine diminution des performances professionnelles et des capacités à faire face aux tâches quotidiennes. La fatigabilité mentale est décrite typiquement comme une distractibilité due à une intrusion désagréable d'associations et de souvenirs, une difficulté de concentration ou une pensée ...[+++]

Omschrijving: Er komen aanzienlijke culturele verschillen voor bij de presentatie van deze stoornis en er komen twee hoofdvormen voor, met aanzienlijke overlap. Bij de ene vorm is het belangrijkste kenmerk een klacht over toegenomen vermoeidheid na geestelijke inspanning, dikwijls samengaand met enige afname in het efficiënt verrichten van de dagelijkse beroepsarbeid. De geestelijke vermoeibaarheid wordt op typerende wijze beschreven als een zich op onaangename wijze opdringen van verwarrende associaties of herinneringen, moeite met concentreren en algemeen inefficiënt denken. Bij de andere vorm ligt de nadruk op gevoelens van lichamelij ...[+++]




carcinome rénal associé à une maladie kystique acquise

niercelcarcinoom geassocieerd met een verworven cystische ziekte




carcinome rénal associé à une translocation de la famille MiT

niercelcarcinoom met translocatie van MiT-familie
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Allongement du QTc et torsades de pointes Le vandétanib à la dose de 300 mg est associé à un allongement substantiel du QTc dépendant de la concentration (moyenne 28 msec, médiane 35 msec).

QTc-verlenging en Torsade de Pointes Vandetanib in een dosis van 300 mg is geassocieerd met een aanzienlijke en concentratieafhankelijke QTc-verlenging (gemiddeld 28 msec, mediaan 35 msec).


Du fait du risque d’allongement de l’intervalle QT, la clarithromycine doit être utilisée avec précaution chez les patients présentant une coronaropathie, une insuffisance cardiaque sévère, une hypokaliémie non compensée et/ou une hypomagnésémie, ou encore une bradycardie (< 50 bpm), ainsi qu’en cas de co-administration d’autres médicaments également associés à un allongement de l’intervalle QT (voir rubrique 4.5).

Gezien het risico op verlengd QT-interval is voorzichtigheid geboden bij gebruik van claritromycine bij patiënten met coronair lijden, ernstige hartinsufficiëntie, niet-gecompenseerde hypokaliëmie en/of hypomagnesiëmie, bradycardie (< 50/min) of bij gelijktijdige toediening met andere geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen (zie rubriek 4.5).


En raison du risque d’allongement de l’intervalle QT, la clarithromycine doit être utilisée avec précaution chez les patients souffrant de maladie coronarienne, d’insuffisance cardiaque sévère, d’hypomagnésémie, de bradycardie (< 50 pulsations/minute), ou lorsqu’elle est administrée en même temps que d’autres médicaments associés à un allongement de l’intervalle QT (voir rubrique 4.5).

Vanwege het risico op een verlengd QT-interval moet clarithromycine met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een kransslagaderaandoening, ernstige cardiale insufficiëntie, hypomagnesiëmie, bradycardie (< 50 bpm), of bij gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek 4.5).


Allongement du QTc Certains azolés ont été associés à l’allongement de l’intervalle QTc.

Verlenging van QTc-interval Sommige azolen zijn geassocieerd met een verlenging van het QTc-interval.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
L’expérience acquise à ce jour indique que le risque de torsades de pointes est associé à l’allongement de l’intervalle QT, au ralentissement du rythme cardiaque, à la diminution du potassium et du magnésium sériques, à l’élévation des concentrations plasmatiques de sotalol et à l’utilisation concomitante de sotalol et d’autres médicaments ayant été associés à des torsades de pointes (voir rubrique 4.5).

De ervaring tot dusver wijst erop dat er een verband bestaat tussen het risico op torsade de pointes en verlenging van het QT-interval, daling van de hartslag, daling van het serumkalium en -magnesium, hoge sotalolconcentraties in het plasma en het gelijktijdig gebruik van sotalol en andere geneesmiddelen die in verband worden gebracht met torsade de pointes (zie rubriek 4.5).


ASC Terfénadine ↑, associé à un allongement de l’espace QTc.

Terfenadine AUC ↑, gepaard gaande met een verlenging van de QTc-interval.


- Les patients commençant un traitement par Invirase « boosté » par le ritonavir doivent être avertis du risque arythmogène associé à l’allongement des espaces QT et PR, et du fait qu’ils doivent signaler à leur médecin tout signe ou symptôme pouvant laisser soupçonner une arythmie cardiaque (palpitations, malaise, syncope).

- Patiënten die met ritonavir-gebooste behandeling beginnen dienen gewaarschuwd te worden ten aanzien van de hartritme risico's in relatie tot de QT- en PR-verlengingen en iedere klacht of verdacht symptoom van een hartritmestoornis (bijv. hartkloppingen, syncope, bewusteloosheid) aan hun arts te melden.


Le risque de bradycardie et de troubles du rythme augmente en cas de traitement concomitant par d’autres médicaments bradycardisants (p. ex. β-bloquants, vérapamil, diltiazem) et en présence de facteurs de risque d’un allongement de l’intervalle QT (p. ex. hypokaliémie, hypomagnésémie, affections cardiaques, association à des médicaments qui peuvent allonger l’intervalle QT: voir Répertoire Commenté des Médicaments 2006, p.7).

Het risico van bradycardie en ritmestoornissen verhoogt bij gelijktijdige behandeling met andere bradycardiserende stoffen (o.a. β-blokkers, verapamil, diltiazem) en bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging (bv. hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hartlijden, associatie met stoffen die het QT-interval kunnen verlengen: zie Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium 2006, blz. 7).


Les principaux facteurs de risque sont: l’association à d’autres médicaments qui allongent l’intervalle QT, la bradycardie, l’hypokaliémie, l’hypomagnésiémie, l’allongement de l’intervalle QT pré-existant (congénital ou acquis), l’utilisation de diurétiques, le surdosage, les affections cardiaques et le sexe féminin [voir aussi Répertoire Commenté des Médicaments 2004, page 81 (2.4.1.2.)].

De algemene risicofactoren zijn vooral: associatie van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, bradycardie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, voorafbestaande QT-verlenging (congenitaal of verworven), gebruik van diuretica, overdosering, hartlijden en vrouwelijk geslacht [zie ook Gecommentarieerd Geneesiddelenrepertorium 2004, blz. 81 (2.4.1.2.)].


Faible risque de torsades de pointes (sauf en association à d’autres médicaments provoquant un allongement de l’intervalle QT, voir Intro.6.2.2.).

Laag risico van torsades de pointes, tenzij in combinatie met andere geneesmiddelen die QT-verlenging geven (zie Inl.6.2.2.).




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

associé à l’allongement ->

Date index: 2022-01-09
w