Troubles cardiaques et vasculaires La prudence est de rigueur lorsqu’on utilise des antidépresseurs tricycliques chez les patients atteints d'affections cardiovasculaires, surtout en cas d'insuffisance cardiovasculaire, de troubles de la conduction (par ex., bloc auriculo-ventriculaire (degré I-III)) ou d’arythmies cardiaques.
Cardiale en vasculaire stoornissen Voorzichtigheid is geboden indien tricyclische antidepressiva gebruikt worden bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen, in het bijzonder met cardiovasculaire insufficiëntie, geleidingsstoornissen (b.v.atrio-ventriculair block (graad I-III)) of hartaritmie.