Lorsqu'on veut comparer la mortalité ou l'incidence d'une maladie dans une petite population par rapport à celle d'une grande, on utilise plus volontiers, en raison de la variabilité des taux par classe d'âge dans la “petite” population, une méthode de standardisation indirecte qui consiste à comparer le nombre de cas attendus dans la petite population si on lui applique les taux existant dans chaque classe d'âge de la grande population (considérée comme population de référence) au nombre de cas observés effectivement dans cette petite population.
Wanneer men de mortaliteit of de incidentie van een ziekte in een kleine populatie wil vergelijken met die van een grote, dan gebruikt men liever, omwille van de variabiliteit van de cijfers per leeftijdsklasse in de “kleine” populatie, een methode van indirecte standaardisatie die erin bestaat het aantal verwachte gevallen in de kleine populatie te vergelijken, indien men de bestaande cijfers in elke leeftijdsklasse van de grote populatie (beschouwd als referentiepopulatie) toepast op het effectief aantal waargenomen gevallen in deze kleine populatie.