Les augmentations de doses de 37,5 mg à 75 mg et 150 mg deux fois par jour entraînaient, à l’état d’équilibre, des augmentations directement proportionnelles à la dose de l’aire sous la courbe de concentration plasmatique/temps (AUC t ) ainsi que des concentrations plasmatiques maximales et minimales.
Een verhoging van de dosering van 37,5 tot 75 mg en 150 mg tweemaal daags resulteerde in evenwichtstoestand in een lineaire dosisgebonden stijging van de oppervlakte onder de concentratie-tijdscurve (AUC) en van de maximale en de minimale plasmaconcentraties.