Traduction de «autres affections apparentées à la périartérite noueuse » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Autres affections apparentées à la périartérite noueuse
overige aandoeningen verwant aan polyarteriitis nodosa

Périartérite noueuse et affections apparentées
polyarteriitis nodosa en verwante aandoeningen

Autres affections apparentées à l'emphysème interstitiel survenant pendant la période périnatale
overige aandoeningen gerelateerd aan interstitieel emfyseem, ontstaan in perinatale periode

Autres mastoïdites et affections apparentées
overige gespecificeerde vormen van mastoïditis en verwante aandoeningen

Autres affections thyroïdiennes et apparentées liées à une carence en iode
overige met jodiumdeficiëntie samenhangende schildklieraandoeningen en verwante afwijkingen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Affections hématologiques et du système lymphatique Thrombocytopénie, Lymphadénopathie Très rare (< 1/10.000) Affections du système immunitaire Maladie sérique, Anaphylaxie, Périartérite noueuse Très rare (< 1/10.000) Affections du système nerveux Paresthésie, paralysie (y compris paralysie de Bell, Très rare (< 1/10.000) paralysie faciale), Neuropathies périphériques (polyradiculonévrite, Syndrome de Guillain-Barré), Névrite (y compris Névrite optique), Myélite (y compris myélite transverse), Encéphalite, Maladie démyélinisante du système nerveux central, Exacerbation de sclérose en plaques, Sclérose en plaques, Convulsions, Céphalées, Sensation
Vermoeidheid, koorts, malaise, griepachtige symptomen Zeer zelden < 1/10.000) Bloed- en lymfestelselaandoeningen Thrombocytopenie, lymfadenopathie Zeer zelden (< 1/10.000) Immuunsysteemaandoeningen Serumziekte, anafylaxis, polyarteriitis nodosa Zeer zelden (< 1/10.000) Zenuwstelselaandoeningen Paresthesie, verlamming (waaronder Bell-verlamming, faciale paralyse), Zeer zelden (< 1/10.000) perifere neuropathieën (polyradiculoneuritis, syndroom van Guillain- Barré), neuritis (waaronder neuritis optica), myelitis (inclusief myelitis transversa), encefalitis, demyelinisatie van het centraal zenuwstelsel, verergering van multiple sclerosis, multiple sclerosis, aanval, hoofdpijn,

Affections du système immunitaire : Très rare : maladie sérique, anaphylaxie, myocardite allergique, œdème de Quincke, fièvre médicamenteuse, vasculite allergique ressemblant au purpura d’Henoch-Schönlein, périartérite noueuse, lupus érythémateux disséminé.
Immuunsysteemaandoeningen: Zeer zelden: serumziekte, anafylaxie, allergische myocarditis, angioneurotisch oedeem en geneesmiddelenkoorts, allergische vasculitis gelijkend op purpura van Henoch-Schönlein, polyarteriitis nodosa, lupus erythematosus disseminatus.

Affections du système immunitaire: Très rare : maladie sérique, anaphylaxie, myocardite allergique, œdème de Quincke, fièvre médicamenteuse, vasculite allergique ressemblant au purpura d’Henoch-Schönlein, périartérite noueuse, lupus érythémateux disséminé.
Aandoeningen van het immuunsysteem: Zeer zelden: serumziekte, anafylaxie, allergische myocarditis, angioneurotisch oedeem en geneesmiddelenkoorts, allergische vasculitis gelijkend op purpura van Henoch-Schönlein, polyarteriitis nodosa, lupus erythematosus disseminatus.

Affections du système immunitaire Rare Réaction de type anaphylactique, anaphylaxie, périartérite noueuse.
Immuunsysteemaandoeningen Zelden Anafylactische reactie, anafylaxie, periarteriitis nodosa.

POUR AFFECTIONS RES 1,9% 248 0,2% 161 0,7% 19 11 J01DC CEPHALOSPORINES DE LA DEUXIEME GENERATION 1,8% 234 2,8% 195 0,8% 16 12 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 1,8% 233 0,8% 133 0,6% 22 13 R03BA GLUCOCORTICOIDES 1,6% 211 0,9% 187 0,8% 17 14 S03AA ANTI‐INFECTIEUX 1,5% 205 11,5% 229 1,0% 13 15 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,4% 184 0,6% 295 1,2% 12 16 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,2% 162 0,6% 29 0,1% 47 17 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 1,2% 161 0,6% 154 0,6% 21 18 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 1,2% 158 0,1% 219 0,9% 14 19 R05CB MUCOLYTIQUES 1,0% 132 0,9% 372 1,6% 10 20 J01FF LINCOSANIDES 0,9% 117 2,0% 21 0,1% 58 21 S03CA CORTICOSTEROIDES ASSOCIES A DES ANTI‐INFECTIEUX 0,8% 111 14,6% 1.153 4,8% 6 22 J01BA AMPHENICOLES 0,8% 105 21,5% 17 0,1% 63 23 S01CA ASSOCIATIONS DE CORTICOSTEROIDES ET D'ANTI‐INFECTIEUX 0,8% 103 3,6% 155 0,6% 20 24 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,7% 89 0,6% 319 1,3% 11 25 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,6% 80 0,1% 114 0,5% 25 26 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 0,5% 71 0,4% 201 0,8% 15 27 B02AA ACIDES AMINES 0,5% 69 6,5% 26 0,1% 49 28 N02AX AUTRES OPIACES 0,5% 68 0,2% 48 0,2% 36 29 M01AC OXICAMS 0,5% 60 0,3% 98 0,4% 29 30 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,4% 57 0,1% 44 0,2% 38 31 C09AA IECA, SIMPLES 0,4% 52 0,1% 171 0,7% 18 32 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,4% 50 0,1% 72 0,3% 31 33 J01AA TETRACYCLINES 0,4% 50 0,6% 69 0,3% 33 34 J05AB NUCLEOSIDES ET NUCLEOTIDES, EXCL.
VOOR OBSTRUCT. LUC 1,9% 248 0,2% 161 0,7% 19 11 J01DC CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE 1,8% 234 2,8% 195 0,8% 16 12 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 1,8% 233 0,8% 133 0,6% 22 13 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 1,6% 211 0,9% 187 0,8% 17 14 S03AA ANTIMICROBIELE MIDDELEN 1,5% 205 11,5% 229 1,0% 13 15 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,4% 184 0,6% 295 1,2% 12 16 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,2% 162 0,6% 29 0,1% 47 17 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 1,2% 161 0,6% 154 0,6% 21 18 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,2% 158 0,1% 219 0,9% 14 19 R05CB MUCOLYTICA 1,0% 132 0,9% 372 1,6% 10 20 J01FF LINCOSAMIDEN 0,9% 117 2,0% 21 0,1% 58 21 S03CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 0,8% 111 14,6% 1.153 4,8% 6 22 J01BA AMFENICOLEN 0,8% 105 21,5% 17 0,1% 63 23 S01CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 0,8% 103 3,6% 155 0,6% 20 24 A02BA H2‐RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,7% 89 0,6% 319 1,3% 11 25 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 0,6% 80 0,1% 114 0,5% 25 26 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 0,5% 71 0,4% 201 0,8% 15 27 B02AA AMINOZUREN 0,5% 69 6,5% 26 0,1% 49 28 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,5% 68 0,2% 48 0,2% 36 29 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,5% 60 0,3% 98 0,4% 29 30 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,4% 57 0,1% 44 0,2% 38 31 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 0,4% 52 0,1% 171 0,7% 18 32 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,4% 50 0,1% 72 0,3% 31 33 J01AA TETRACYCLINES 0,4% 50 0,6% 69 0,3% 33 34 J05AB NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN, EXCL. INHIB.

POUR AFFECTIONS RESP 2,0% 296 0,2% 196 0,7% 20 12 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 1,8% 264 1,2% 290 1,0% 12 13 R03BA GLUCOCORTICOIDES 1,6% 234 1,0% 195 0,7% 21 14 J01DC CEPHALOSPORINES DE LA DEUXIEME GENERATION 1,5% 218 3,9% 215 0,8% 17 15 S03CA CORTICOSTEROIDES ASSOCIES A DES ANTI-INFECTIEUX 1,4% 201 14,8% 1.354 4,8% 7 16 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 1,3% 193 0,1% 276 1,0% 13 17 S01CA ASSOCIATIONS DE CORTICOSTEROIDES ET D'ANTI-INFECTIEUX 1,3% 186 4,7% 188 0,7% 22 18 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,2% 181 0,7% 313 1,1% 11 19 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 1,2% 177 0,7% 166 0,6% 23 20 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,1% 166 0,7% 33 0,1% 46 21 R05CB MUCOLYTIQUES 0,9% 138 0,9% 396 1,4% 10 22 J01FF LINCOSANIDES 0,8% 112 1,9% 22 0,1% 57 23 J01BA AMPHENICOLES 0,7% 106 22,9% 15 0,1% 64 24 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 0,7% 105 0,5% 239 0,9% 15 25 N02AX AUTRES OPIACES 0,5% 80 0,2% 57 0,2% 35 26 B02AA ACIDES AMINES 0,5% 68 6,7% 27 0,1% 50 27 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,4% 66 0,1% 114 0,4% 28 28 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,4% 65 0,6% 228 0,8% 16 29 D07AC CORTICOSTEROIDES PUISSANTS (GROUPE III) 0,4% 62 1,2% 39 0,1% 41 30 S01BA CORTICOSTEROIDES, MONOCOMPOSES 0,4% 59 5,9% 50 0,2% 39 31 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 0,4% 56 0,5% 496 1,8% 9 32 S01AX AUTRES ANTI-INFECTIEUX 0,4% 55 8,9% 53 0,2% 36 TOTAL 90,0% 13.357 - 25.667 91,5% -
VOOR OBSTRUCT. LUCH 2,0% 296 0,2% 196 0,7% 20 12 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 1,8% 264 1,2% 290 1,0% 12 13 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 1,6% 234 1,0% 195 0,7% 21 14 J01DC CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE 1,5% 218 3,9% 215 0,8% 17 15 S03CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 1,4% 201 14,8% 1.354 4,8% 7 16 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,3% 193 0,1% 276 1,0% 13 17 S01CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 1,3% 186 4,7% 188 0,7% 22 18 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,2% 181 0,7% 313 1,1% 11 19 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 1,2% 177 0,7% 166 0,6% 23 20 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,1% 166 0,7% 33 0,1% 46 21 R05CB MUCOLYTICA 0,9% 138 0,9% 396 1,4% 10 22 J01FF LINCOSAMIDEN 0,8% 112 1,9% 22 0,1% 57 23 J01BA AMFENICOLEN 0,7% 106 22,9% 15 0,1% 64 24 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 0,7% 105 0,5% 239 0,9% 15 25 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,5% 80 0,2% 57 0,2% 35 26 B02AA AMINOZUREN 0,5% 68 6,7% 27 0,1% 50 27 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 0,4% 66 0,1% 114 0,4% 28 28 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,4% 65 0,6% 228 0,8% 16 29 D07AC STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP III) 0,4% 62 1,2% 39 0,1% 41 30 S01BA CORTICOSTEROIDEN, ENKELVOUDIGE 0,4% 59 5,9% 50 0,2% 39 31 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 0,4% 56 0,5% 496 1,8% 9 32 S01AX OVERIGE ANTIMICROBIELE MIDDELEN 0,4% 55 8,9% 53 0,2% 36 TOTAAL 90,0% 13.357 - 25.667 91,5% -

POUR AFFECTIONS RES 1,9% 262 0,2% 169 0,7% 21 12 R03BA GLUCOCORTICOIDES 1,8% 247 0,9% 201 0,8% 16 13 S03AA ANTI‐INFECTIEUX 1,6% 228 11,5% 259 1,0% 13 14 J01DC CEPHALOSPORINES DE LA DEUXIEME GENERATION 1,6% 216 3,1% 194 0,8% 17 15 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,2% 173 0,6% 293 1,1% 11 16 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 1,2% 167 0,1% 237 0,9% 14 17 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,1% 154 0,6% 29 0,1% 46 18 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 1,1% 154 0,6% 160 0,6% 22 19 R05CB MUCOLYTIQUES 0,9% 126 0,8% 400 1,6% 9 20 S01CA ASSOCIATIONS DE CORTICOSTEROIDES ET D'ANTI‐INFECTIEUX 0,9% 122 4,3% 181 0,7% 19 21 J01FF LINCOSANIDES 0,9% 119 2,0% 21 0,1% 58 22 S03CA CORTICOSTEROIDES ASSOCIES A DES ANTI‐INFECTIEUX 0,8% 110 14,9% 1.218 4,7% 7 23 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,5% 76 0,6% 280 1,1% 12 24 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 0,5% 71 0,4% 213 0,8% 15 25 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,5% 69 0,1% 109 0,4% 29 26 N02AX AUTRES OPIACES 0,5% 67 0,1% 50 0,2% 38 27 J01BA AMPHENICOLES 0,5% 66 24,2% 11 0,0% 71 28 B02AA ACIDES AMINES 0,4% 62 6,1% 25 0,1% 50 29 M01AC OXICAMS 0,4% 60 0,3% 100 0,4% 30 30 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,4% 49 0,1% 71 0,3% 33 31 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,3% 46 0,1% 159 0,6% 23 32 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,3% 46 0,1% 44 0,2% 39 TOTAL 90,0% 12.545 ‐ 23.381 90,7% ‐
VOOR OBSTRUCT. LUC 1,9% 262 0,2% 169 0,7% 21 12 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 1,8% 247 0,9% 201 0,8% 16 13 S03AA ANTIMICROBIELE MIDDELEN 1,6% 228 11,5% 259 1,0% 13 14 J01DC CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE 1,6% 216 3,1% 194 0,8% 17 15 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,2% 173 0,6% 293 1,1% 11 16 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,2% 167 0,1% 237 0,9% 14 17 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,1% 154 0,6% 29 0,1% 46 18 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 1,1% 154 0,6% 160 0,6% 22 19 R05CB MUCOLYTICA 0,9% 126 0,8% 400 1,6% 9 20 S01CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 0,9% 122 4,3% 181 0,7% 19 21 J01FF LINCOSAMIDEN 0,9% 119 2,0% 21 0,1% 58 22 S03CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 0,8% 110 14,9% 1.218 4,7% 7 23 A02BA H2‐RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,5% 76 0,6% 280 1,1% 12 24 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 0,5% 71 0,4% 213 0,8% 15 25 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 0,5% 69 0,1% 109 0,4% 29 26 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,5% 67 0,1% 50 0,2% 38 27 J01BA AMFENICOLEN 0,5% 66 24,2% 11 0,0% 71 28 B02AA AMINOZUREN 0,4% 62 6,1% 25 0,1% 50 29 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,4% 60 0,3% 100 0,4% 30 30 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,4% 49 0,1% 71 0,3% 33 31 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 0,3% 46 0,1% 159 0,6% 23 32 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,3% 46 0,1% 44 0,2% 39 TOTAAL 90,0% 12.545 ‐ 23.381 90,7% ‐

Pendant l’utilisation de benzodiazépines et de substances apparentées aux benzodiazépines, les réactions psychiques et contradictoires suivantes peuvent survenir (réactions paradoxales) : nervosité, agitation, irritabilité, agressivité, fausses convictions persistant même après avoir eu la preuve que ces convictions n’existent pas (illusions), accès de colère, cauchemars, visualisation, audition ou sensation de choses qui n’existent pas (hallucinations), affections psychiques sévères se caractérisant par un trouble de la personnalité et une perte de contact avec la réalité (psychoses), comportement inadapté, autres troubles du comportement.
Tijdens het gebruik van benzodiazepinen en benzodiazepineachtige stoffen kunnen zich de volgende psychische en tegenstrijdige reacties (paradoxale reacties) voordoen: rusteloosheid, onrust (agitatie), prikkelbaarheid, agressie, onjuiste overtuigingen die aanhouden zelfs wanneer er bewijs is dat de overtuiging niet klopt (waanideeën), woede-uitbarstingen, nachtmerries, dingen zien, horen of voelen die er niet echt zijn (hallucinaties), ernstige psychische aandoeningen die worden gekenmerkt door een persoonlijkheidsstoornis en verlies van contact met de werkelijkheid (psychosen), ongepast gedrag, andere gedragstoornissen.