Vertaling van "aux génotypes inclus " (Frans → Nederlands) :

1. Dans un groupe de 5 673 nourrissons vaccinés (2 834 dans le groupe vaccin) l’efficacité a été mesurée comme une réduction de l’incidence des gastro-entérites à rotavirus (RV) dues aux génotypes inclus dans le vaccin (G1-G4) et apparaissant au moins 14 jours après la troisième dose de vaccin, pendant toute la première saison épidémique suivant la vaccination.
1. Bij 5. 673 gevaccineerde zuigelingen (2.834 in de vaccingroep) werd een beschermende werkzaamheid gemeten als een daling van de incidentie van gastro-enteritis door rotavirus (RV), veroorzaakt door vaccingenotypes (G1-G4) die ten minste 14 dagen na de derde dosis van het vaccin optrad tijdens het eerste volledige rotavirusseizoen na de vaccinatie.

Une analyse par un modèle de régression logistique sur la valeur prédictive du génotype (ajustée aux valeurs à l'inclusion de la charge virale plasmatique ARN VIH- 1 [ARNv], du taux de lymphocytes CD4+, et du nombre et de la durée des traitements antirétroviraux précédents) a montré une réponse réduite à la semaine 4 lorsqu’au moins 3 mutations associées à une résistance aux INTI étaient présentes (p = 0,015) et à la semaine 24 lorsqu’au moins 4 mutations étaient présentes (p ≤0,012). De plus, l'insertion en position 69 ou la mutation Q151M, habituellement associée aux mutations A62V, V75I, F77L et F116Y, entraîne un haut niveau de résistance à l'abacavir.
Berekende regressiemodellering van de predictieve waarde van genotype (aangepast voor baseline plasma HIV- 1RNA [vRNA], CD4+ cellenaantal, hoeveelheid en duur van voorgaande antiretrovirale therapieën) liet zien dat de aanwezigheid van 3 of meer NRTI resistentie-geassocieerde mutaties samenging met een verminderde respons in week 4 (p=0,015) of 4 of meer mutaties in mediaan week 24 (p�0,012).

Une analyse par un modèle de régression logistique sur la valeur prédictive du génotype (ajustée aux valeurs à l'inclusion de la charge virale plasmatique ARN VIH-1 [ARNv], du taux de lymphocytes CD4+, et du nombre et de la durée des traitements antirétroviraux précédents) a montré une réponse réduite à la semaine 4 lorsqu’au moins 3 mutations associées à une résistance aux INTI étaient présentes (p = 0,015) et à la semaine 24 lorsqu’au moins 4 mutations étaient présentes (p ≤ 0,012).
Berekende regressiemodellering van de predictieve waarde van genotype (aangepast voor baseline plasma HIV-1RNA [vRNA], CD4+ cellenaantal, hoeveelheid en duur van voorgaande antiretrovirale therapieën) liet zien dat de aanwezigheid van 3 of meer NRTI resistentie-geassocieerde mutaties samenging met een verminderde respons in week 4 (p=0,015) of 4 of meer mutaties in mediaan week 24 (p�0,012).

Une biopsie hépatique a été réalisée chez tous les patients ayant participé aux études sur l’hépatite chronique C avant leur inclusion. Cependant dans certains cas (c’est-à-dire génotype 2 ou 3), le traitement peut être initié sans confirmation histologique.
Alle patiënten die deelnamen aan de chronische hepatitis C studies ondergingen een leverbiopsie voordat ze werden opgenomen in de studie, maar in bepaalde gevallen (d.w.z. patiënten met genotype 2 of 3) kan behandeling mogelijk zijn zonder histologische bevestiging.

Tous les patients ayant participé aux études réalisées dans l’hépatite C chronique ont eu une biopsie avant l’inclusion, mais dans certains cas (i.e. patients de génotype 2 et 3), le traitement peut être envisagé sans confirmation histologique.
Alle patiënten uit de chronische-hepatitis-C-studies ondergingen een leverbiopsie vooraleer ze in de studie geïncludeerd werden, maar in bepaalde gevallen (bijv. patiënten met genotype 2 en 3) is behandeling zonder histologische bevestiging mogelijk.

Tous les patients ayant participé aux études réalisées dans l'hépatite C chronique sélectionnées ont eu une biopsie avant l'inclusion, mais dans certains cas (i.e. patients de génotype 2 et 3) le traitement peut être envisagé sans confirmation histologique.
Alle patiënten uit de geselecteerde chronische-hepatitis-C-studies ondergingen een leverbiopsie voordat ze in de studie geïncludeerd werden, maar in bepaalde gevallen (bv. patiënten met genotype 2 en 3) is behandeling zonder histologische bevestiging mogelijk.

Histologie du foie précédant le traitement Une biopsie hépatique a été réalisée chez tous les patients ayant participé aux études sur l’hépatite chronique C avant leur inclusion. Cependant dans certains cas (c’est-à-dire génotype 2 ou 3), le traitement peut être initié sans confirmation histologique.
Leverhistologie voorafgaand aan de behandeling Alle patiënten die deelnamen aan de chronische hepatitis C studies ondergingen een leverbiopsie voordat ze werden opgenomen in de studie, maar in bepaalde gevallen (d.w.z. patiënten met genotype 2 of 3) kan behandeling mogelijk zijn zonder histologische bevestiging.