Les machines de deuxième génération combinent un traitement chimique et un autre thermique, par exemple à l'aide de mélanges de plusieurs aldéhydes ou d'acide peracétique chauffés à la température de 55 -60°C. Ces derniers procédés garantissent en général une efficacité bactéricide supérieure.
Toestellen van de tweede generatie combineren een chemische en een thermische behandeling, bij voorbeeld met behulp van een mengsel van verschillende aldehyden of met perazijnzuur, opgewarmd tot een temperatuur van 55 - 60°C. Deze laatste procédés bieden meestal een hogere bactericide doeltreffendheid.