Vertaling van "base des estimations de kaplan-meier " (Frans → Nederlands) :

Sur la base des estimations de Kaplan-Meier, les proportions de patients ayant obtenu une RMM maintenue après 36 mois étaient de 95,0 % (IC à 95 % : 91,8-98,3 %) dans le bras nilotinib à 300 mg deux fois par jour, 93,9 % (IC à 95 % : 90,3-97,4 %) dans le bras nilotinib à 400 mg deux fois par jour, 88,4 % (IC à 95 % : 82,6-94,2 %) dans le bras imatinib à 400 mg une fois par jour.
Gebaseerd op Kaplan-Meier schattingen was het deel van de patiënten dat MMR bereikte en respons behield na 36 maanden 95,0% (95% CI: 91,8-98,3%) in de groep op nilotinib 300 mg tweemaal daags, 93,9% (95% CI: 90,3-97,4%) in de groep op nilotinib 400 mg tweemaal daags en 88,4% (95% CI: 82,6-94,2%) in de groep op imatinib 400 mg eenmaal daags.

Sur la base des estimations de Kaplan-Meier, les proportions de patients ayant obtenu une RMM maintenue après 48 mois étaient de 92,8 % (IC à 95 % : 88,4-97,2%) dans le bras nilotinib à 300 mg deux fois par jour, 92,4 % (IC à 95 % : 88,5-96,3 %) dans le bras nilotinib à 400 mg deux fois par jour, 88,9 % (IC à 95 % : 83,7-94,0 %) dans le bras imatinib à 400 mg une fois par jour.
Gebaseerd op Kaplan-Meier schattingen was het deel van de patiënten dat MMR bereikte en respons behield na 48 maanden 92,8% (95% CI: 88,4-97,2%) in de groep op nilotinib 300 mg tweemaal daags, 92,4% (95% CI: 88,5-96,3%) in de groep op nilotinib 400 mg tweemaal daags en 88,9% (95% CI: 83,7-94,0%) in de groep op imatinib 400 mg eenmaal daags.

Sur la base des estimations de Kaplan-Meier, les proportions de patients ayant obtenu une RCyC et qui l’ont maintenue sur 48 mois étaient de 99,1 % (IC à 95 % : 97,9-100 %) dans le bras nilotinib à 300 mg deux fois par jour, 98,7 % (IC à 95 % : 97,1-100 %) dans le bras nilotinib à 400 mg deux fois par jour, 97,0 % (IC à 95 % : 94,7-99,4 %) dans le bras imatinib à 400 mg une fois par jour.
Gebaseerd op Kaplan-Meier schattingen was het deel van de patiënten dat CCyR bereikte en respons behield na 48 maanden 99,1% (95% CI: 97,9-100%) in de groep op nilotinib 300 mg tweemaal daags, 98,7% (95% CI: 97,1-100%) in de groep op nilotinib 400 mg tweemaal daags en 97,0% (95% CI: 94,7-99,4%) in de groep op imatinib 400 mg eenmaal daags.

Sur la base des estimations de Kaplan-Meier, les proportions de patients ayant obtenu une RCyC et qui l’ont maintenue sur 36 mois étaient de 99,1 % (IC à 95 % : 97,9-100 %) dans le bras nilotinib à 300 mg deux fois par jour, 98,6 % (IC à 95 % : 97,1-100 %) dans le bras nilotinib à 400 mg deux fois par jour, 97,5 % (IC à 95 % : 95,4-99,7 %) dans le bras imatinib à 400 mg une fois par jour.
Gebaseerd op Kaplan-Meier schattingen was het deel van de patiënten dat CCyR bereikte en respons behield na 36 maanden 99,1% (95% CI: 97,9-100%) in de groep op nilotinib 300 mg tweemaal daags, 98,6% (95% CI: 97,1-100%) in de groep op nilotinib 400 mg tweemaal daags en 97,5% (95% CI: 95,4-99,7%) in de groep op imatinib 400 mg eenmaal daags.

Note : IC = intervalle de confiance ; IRAC =Independent Review Adjudication Committee - Comité d’adjudication indépendant ; NE = non estimable. a La médiane est basée sur l’estimation de Kaplan-Meier. b Intervalle de confiance à 95 % pour la durée médiane de survie sans progression. c Sur la base d’un modèle de risques proportionnels de Cox comparant les fonctions de risque associées aux groupes de
Opmerking: BI = Betrouwbaarheidsinterval; IRAC = Independent Review Adjudication Committee; GS = Geen schatting mogelijk. a De mediaan is gebaseerd op een Kaplan-Meier-schatting. b 95% betrouwbaarheidsinterval voor de mediane progressievrije overlevingstijd. c Op basis van het " Cox proportional hazards" -model dat de gevarenfuncties vergelijkt die zijn geassocieerd

Toute fracture clinique 1 10,2 7,2 2,9 [1,6 ; 4,2] 30 [19 ; 41]*** Fracture vertébrale 2,6 0,8 1,8 [1,2 ; 2,4] 69 [53 ; 80]*** clinique Fracture non vertébrale 2 8,0 6,5 1,5 [0,3 ; 2,7] 20 [5 ; 33]** Fracture non vertébrale 6,4 5,2 1,2 [0,1 ; 2,2] 20 [3 ; 34]* majeure 3 Fracture ostéoporotique 8,0 5,3 2,7 [1,6 ; 3,9] 35 [22 ; 45]*** majeure 4 *p ≤ 0,05 ; **p = 0,0106 (critère d'évaluation secondaire inclus dans l'ajustement de la multiplicité), ***p ≤ 0,0001 + Taux d'événements basés sur les estimations de Kaplan-Meier à 3 ans (1) Inclut les fractures vertébrales cliniques et les fractures non vertébrales.
Een klinische fractuur 1 10,2 7,2 2,9 (1,6; 4,2) 30 (19; 41)*** Klinische wervelfractuur 2,6 0,8 1,8 (1,2; 2,4) 69 (53; 80)*** Niet-wervelfractuur 2 8,0 6,5 1,5 (0,3; 2,7) 20 (5; 33)** Ernstige niet-wervelfractuur 3 6,4 5,2 1,2 (0,1; 2,2) 20 (3; 34)* Ernstige osteoporotische 8,0 5,3 2,7 (1,6; 3,9) 35 (22; 45)*** fractuur 4 *p ≤ 0,05; **p = 0,0106 (secundair eindpunt opgenomen in correctie voor multipliciteit), ***p ≤ 0,0001 + Event-cijfers op basis van Kaplan-Meier-schattingen na 3 jaar (1) Inclusief klinische wervelfracturen en niet-wervelfracturen (2) Exclusief fracturen van wervels, schedel, gezicht, mandibula, metacarpus en vinger- en teenkootjes (3) Inclusief pelvis, distale femur, proximale tibia, ribben, proximale humerus, onderarm en heup (4) Inclusief klinische fracturen van wervels, heup, onderarm en humerus, zoals gedefinieerd door de WHO.

Selon l'estimation de Kaplan-Meier, la proportion de patients en survie sans progression (SSP) à 1 an était de 91% (IC 95% : [85%-97%]) pour dasatinib et de 73% (IC 95% : [54%-91%]) pour imatinib.
Gebaseerd op de Kaplan-Meier raming was het deel van de patiënten met progressievrije overleving (PFS) gedurende 1 jaar 91% (95% CI: [85%-97%]) voor dasatinib en 73% (95% CI: [54%-91%]) voor imatinib.

Selon l'estimation de Kaplan-Meier, la proportion de patients ayant conservé une RCyM pendant 1 an était de 92% (IC 95% : [85%-100%]) pour dasatinib (97% de RCyC, IC 95% : [92%-100%]) et de 74% (IC 95% : [49%-100%]) pour imatinib (100% de RCyC).
Gebaseerd op de Kaplan-Meier schatting was het deel van de patiënten die MCyR gedurende 1 jaar behielden 92% (95% CI: [85%-100%]) voor dasatinib (CCyR 97%, 95% CI: [92%-100%]) en 74% (95% CI: [49%-100%]) voor imatinib (CCyR 100%).

Selon les estimations de Kaplan-Meier, la proportion de patients traités avec dasatinib 100 mg une fois par jour qui ont maintenu une RCyM pendant 18 mois était de 93% (IC à 95% [88%-98%]) et 88% (IC à 95% [81%-98%]) pour les patients traités avec dasatinib 70 mg deux fois par jour.
Uitgaande van de Kaplan-Meier schattingen was het aantal patiënten behandeld met dasatinib 100 mg eenmaal daags met blijvende MCyR gedurende 18 maanden 93% (95% CI: [88%-98%]) en voor patiënten die behandeld waren met dasatinib 70 mg tweemaal daags 88% (95% CI:[81%-95%]).

Selon l'estimation de Kaplan-Meier, 95% (IC 95% : [92%-98%]) des patients ont conservé une RCyM à 1 an et 88% (IC 95% : [83%-93%]) ont conservé une RCyM à 2 ans.
Gebaseerd op de Kaplan-Meier schatting behield 95% (95% CI: [92%-98%]) van de patiënten MCyR gedurende 1 jaar en 88% (95% CI: [83%-93%]) behield MCyR gedurende 2 jaar.