Dans la subdivision de la Women’s Health Initiative interrompue prématurément, la substitution hormonale (à base d’estrogènes conjugués et d’AMP) a toutefois eu un effet favorable par rapport au placebo sur l’incidence globale des fractures (par ex. hanche, vertèbres); le risque relatif était de 0,76 (intervalle de confiance à 95% de 0,69 à 0,85).
In de vroegtijdig stopgezette studie-arm van de Women’s Health Initiative was er ten opzichte van placebo wel een gunstig effect van HST (met de combinatie van geconjugeerde oestrogenen en MPA) op de globale incidentie van breuken (b.v. heup, wervels); het relatief risico bedroeg 0,76 (95%-betrouwbaarheidsinterval van 0,69 tot 0,85).