- La surveillance biologique pourra comporter la détermination du temps de thromboplastine partielle activée et du dosage du fibrinogène entre la 6 e et la 12 e heure.
- De biologische controle kan bestaan uit de bepaling van de geactiveerde partiële tromboplastinetijd en van het fibrinogeengehalte tussen het 6 de en het 12 de uur.