Traduction de «bord antérieur du poumon » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

bord antérieur du poumon
voorste longrand

entier bord antérieur du poumon
volledige voorste longrand

entier bord inférieur du poumon
volledige onderste longrand

bord inférieur du poumon
onderste longrand

entier bord antérieur de la lame du cartilage thyroïde
volledige anterieure rand van thyroïd lamina

bord du poumon
longrand

entier bord du poumon
volledige longrand

segment antérieur du lobe supérieur du poumon droit
anterior segment van RBK

segment basal antérieur du lobe inférieur du poumon gauche
anterobasaal segment van LOK

segment basal antérieur du lobe inférieur du poumon droit
anterobasaal segment van ROK

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Fréquentes kératite ponctuée, inflammation de la chambre antérieure, douleur oculaire, photophobie, sécrétions oculaires anormales, gêne oculaire, baisse d’acuité visuelle, vision trouble, sécheresse oculaire, prurit oculaire, augmentation de la sécrétion lacrymale, érythème des paupières, œdème des paupières, croissance des cils, coloration des cils Peu fréquentes érosion de la cornée, uvéite, kératite, inflammation oculaire, photopsie, blépharite, œdème conjonctival, effet de halo, conjonctivite, follicules conjonctivaux, hypo-esthésie oculaire, meibomite, ectropion, pigmentation de la chambre antérieure, mydriase, cataracte, bord de la paupière croûteux, asthénopie
keratitis punctata, voorste oogkamerontsteking, oogpijn, fotofobie, oogafscheiding, ongemak in het oog, scherpzien gereduceerd, gezichtsvermogen wazig, droog oog, oog pruritus, traanproductie verhoogd, erytheem van het ooglid, ooglidoedeem, groei van de wimpers, wimperverkleuring cornea-erosie, uveïtis, keratitis, oogontsteking, fotopsie, blefaritis, conjunctivaal oedeem, halogezicht, conjunctivitis, conjunctivale follikels, ooghypo-esthesie, meibom-ontsteking, ectropion, voorste oogkamer pigmentatie, mydriase, cataract, schilferige ooglidrand, asthenopie

Docétaxel en combinaison avec des agents à base de platine chez les patients n’ayant pas reçu de chimiothérapie antérieure Dans une étude de phase III, 1218 patients présentant un cancer du poumon non à petites cellules de stade IIIB ou IV non résécable, avec un indice de performance de Karnofsky de 70 % ou plus, et n’ayant pas reçu de chimiothérapie antérieure pour cette affection, ont été randomisés soit au docétaxel (T) 75 mg/m² en perfusion d’une heure immédiatement suivi par du cisplatine (Cis) à la dose de 75 mg/m² en 30 à 60 minutes toutes les 3 semaines, soit au docétaxel 75 mg/m² en perfusion d’une heure en combinaison avec le carboplatine (AUC: 6 mg/ml x min) administré en 30 à 60 minutes toutes les 3 semaines, soit à la vinorelbine (V) 25 mg/m² administrée en 6 à 10 minutes les jours 1, 8, 15 et 22, suivie par du cisplatine à la dose de 100 mg/m², administré le jour 1 des cycles, répété toutes les 4 semaines.
Docetaxel in combinatie met platina bevattende middelen in chemotherapeutica naïeve patiënten In een fase III onderzoek werden 1218 patiënten met inoperabele fase IIIB of IV niet-kleincellige longkanker, met KPS van 70% of hoger en die niet eerder chemotherapie hiervoor ontvingen, gerandomiseerd over docetaxel (T) 75 mg/m 2 als 1-uurs infusie, direct gevolgd door cisplatine (Cis) 75 mg/m 2 gedurende 30-60 minuten elke 3 weken (TCis), of docetaxel 75 mg/m 2 als 1-uurs infuus in combinatie met carboplatine (AUC 6 mg/ml· min) gedurende 30-60 minuten elke 3 weken, of vinorelbine (V) 25 mg/m 2 toegediend gedurende 6-10 minuten op dagen 1, 8, 15, 22, gevolgd door cisplatine 100 mg/m 2 toegediend op dag 1 en herhaald elke 4 weken (VCis).

Cancer du poumon non à petites cellules Chez les patients traités pour un cancer du poumon non à petites cellules et qui n’ont pas suivi de chimiothérapie antérieure, la posologie recommandée du docétaxel est de 75 mg/m², suivis immédiatement de 75 mg/m² de cisplatine en 30-60 minutes.
Niet-kleincellige longkanker Bij chemotherapienaïeve patiënten die worden behandeld voor niet-kleincellige longkanker, is de aanbevolen dosis 75 mg/m 2 docetaxel, direct gevolgd door 75 mg/m 2 cisplatine gedurende 30-60 minuten.

Cancer du poumon non à petites cellules Chez les patients traités pour un cancer du poumon non à petites cellules et n’ayant pas reçu de chimiothérapie antérieure, le schéma posologique recommandé est de 75 mg/m² de docétaxel immédiatement suivis par 75 mg/m² de cisplatine en 30 à 60 minutes.
Niet-kleincellige longkanker Bij chemotherapienaïeve patiënten die worden behandeld voor niet-kleincellige longkanker is de aanbevolen dosis 75 mg/m 2 docetaxel, direct gevolgd door 75 mg/m 2 cisplatine gedurende 30-60 minuten.

Effets indésirables rares Crise cardiaque (infarctus du myocarde) Hypotension Gangrène des doigts ou des orteils Présence de liquide dans les poumons Syndrome de détresse respiratoire de l’adulte (forte inflammation des poumons, responsable d’une insuffisance respiratoire) Desquamation cutanée, formation d’ulcères ou de vésicules Réactions au site d’injection Radiotoxicité (fibrose des alvéoles pulmonaires sous l'action de la radiothérapie) Réveil radique (éruption de la peau ressemblant à un coup de soleil intense pouvant survenir sur une zone de peau antérieurement exposée à une radiothérapie)
Zelden voorkomende bijwerkingen Hartaanval (myocardinfarct) Lage bloeddruk Gangreen aan vingers of tenen Vocht in de longen Adult Respiratory Distress Syndrome (ernstige longontsteking die ademnood veroorzaakt) Vervelling van de huid, zweren of blaarvorming Reacties op de toedieningsplaats Stralingsletsel - littekenvorming in de longblaasjes als gevolg van stralingstherapie Radiation recall – huiduitslag zoals bij ernstige zonnebrand, die kan optreden in huiddelen die al eerder blootgesteld zijn geweest aan straling

lésion de la cornée (partie antérieure de l'œil), inflammation ou irritation oculaire, augmentation de la sécrétion des larmes, sensibilité à la lumière, ulcère sur la cornée, formation de croûtes au bord des paupières.
hoornvlies (voorste deel van het oog), ontsteking of irritatie van het oog, toegenomen traanproductie, lichtgevoeligheid, een zweertje op het hoornvlies, korstvorming op de randen van het ooglid.

Peu fréquent (≥ 0,1% < 1%): hyperémie oculaire, prurit oculaire, présence de fibrine dans la chambre antérieure, kératoconjonctivite sèche, œdème conjonctival, coloration de la cornée, kératite, larmoiement accru, photophobie, œdème oculaire, irritation de l'œil, ulcère de la cornée, formation de croûtes sur le bord de la paupière, œdème cornéen, infiltrations et érosion de la cornée.
Soms (≥ 0,1% < 1%): oculaire hyperemie, oogpruritus, voorste kamer fibrine, keratoconjunctivitis sicca, conjunctivaal oedeem, corneale kleuring, keratitis, toegenomen tranenvloed, fotofobie, oogoedeem, oogirritatie, ulcus corneae, korstvorming op de randen van het ooglid, corneale oedeem, corneale infiltraten, corneale erosie.

Les principaux organes cibles ont été les systèmes de reproduction mâle et femelle (dégénérescence tubulaire testiculaire, diminution de la quantité de sperme dans les épididymes et atrophie utérine) chez plusieurs espèces, les poumons (prolifération des macrophages alvéolaires) chez le rat et la souris ; le pancréas (dégranulation et apparition de vacuoles dans les cellules exocrines chez les singes et cochons nains, dégénération des cellules des ilôts de Langerhans chez les singes), et les yeux (opacités des fibres antérieures du cristallin) chez les rats seulement.
De belangrijkste doelorganen waren mannelijke en vrouwelijke reproductiesystemen (testiculaire tubulaire degeneratie, verminderd spermagehalte epididymis, en uterus-atrofie) bij diverse diersoorten; longen (toegenomen alveolaire macrofagen) bij ratten en muizen; pancreas (degranulatie en vacuolisatie van exocriene cellen, bij respectievelijk apen en minivarkens, en degeneratie van eilandjescellen bij apen), en ogen (anterieure segment lensopaciteiten) alleen bij ratten.

On calcule dÊabord le nombre de décès dus au cancer du poumon qui seraient attendus si tous les sujets étaient non-fumeurs. Ensuite, on compare le nombre réel de décès à ce nombre attendu, et on obtient une estimation quantitative de l'exposition antérieure au tabac (des fumeurs).
Als we het waargenomen aantal gevallen van overlijden door longkanker vergelijken met het verwachte aantal als de bevolking zou bestaan uit enkel niet-rokers, hebben we een kwantitatieve schatting van de blootstelling aan tabak van rokers in het verleden.