Un conditionnement contient un flacon de poudre, un flacon de 10 ml de solvant (tous deux en verre de type I fermés d’un bouchon en caoutchouc), un dispositif de reconstitution (BAXJECT II), une seringue en plastique à usage unique stérile, une mini-trousse d’administration stérile, deux tampons d’alcool et deux pansements.
Een enkelvoudige verpakking bevat een injectieflacon met poeder, een injectieflacon met 10 ml oplosmiddel (beide type I-glas en afgesloten met een rubber stop) en een hulpmiddel voor reconstitutie (BAXJECT II), één steriele plastic wegwerpspuit, één steriele minitoedieningsset, twee alcoholdoekjes en twee pleisters.