L’effet hypocalcémiant de la calcitonine est dû à la fois à une diminution du flux de calcium allant de l’os vers le liquide extracellulaire et à l’inhibition de la réabsorption tubulaire rénale du calcium.
Het calciumverlagend effect van calcitonine wordt veroorzaakt door een verminderde efflux van calcium vanuit het bot naar de extracellulaire vloeistof en door inhibitie van de renale tubulaire reabsorptie van calcium.