Flacons de 5 et 10 ml : Flacon en verre tubulaire de type I, avec un bouchon en caoutchouc recouvert de Téflon ou bien un bouchon en caoutchouc de silicone recouvert de Téflon du côté obturateur, muni d’un opercule blanc détachable en aluminium Flacon de 25 ml : Flacon en verre tubulaire de type I, avec un bouchon en caoutchouc recouvert de Téflon ou bien un bouchon en caoutchouc de silicone recouvert de Téflon du côté obturateur, muni d’un opercule blanc/bleu roi détachable en aluminium.
Injectieflaconlen van 5 ml en 10 ml: Glazen injectieflacon (type I) met ofwel een rubberen stop met teflonlaag, ofwel een siliconenrubberen stop met teflonlaag op de stop en een witte aluminium dop. Injectieflacon van 25 ml: Glazen injectieflacon (type I) met ofwel een rubberen stop met teflonlaag, ofwel een siliconenrubberen stop met teflonlaag op de stop en een wit/blauwe aluminium dop.