Vertaling van "carcinome hépatocellulaire l’étude " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Carcinome hépatocellulaire
levercelcarcinoom

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Carcinome hépatocellulaire L’étude 3 (étude 100554) était une étude multicentrique, de phase III, randomisée, en double aveugle et contrôlée contre placebo conduite chez 602 patients atteints d’un carcinome hépatocellulaire.
Hepatocellulair carcinoom Studie 3 (studie 100554) was een internationale, multicentrische, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde fase III studie met 602 patiënten met hepatocellulair carcinoom.

Des élévations de la lipasémie de grade 3 ou 4 selon le CTCAE (Critères communs de toxicité) sont survenues chez 11 % et 9 % des patients dans le groupe traité par Nexavar respectivement dans l’étude 1 (Carcinome rénal) et l’étude 3 (Carcinome hépatocellulaire), contre 7 % et 9 % chez les patients du groupe placebo.
CTCAE graad 3 of 4 verhogingen in lipase traden op bij 11 % en 9 % van de patiënten in de Nexavar-groep in respectievelijk studie 1 (niercelcarcinoom, RCC) en studie 3 (hepatocellulair carcinoom, HCC) vergeleken met 7 % en 9 % van de patiënten in de placebogroep.

L’étude de Eder & Budiawan (2001) concerne une étude de risk assessment pour l’ingestion de crotonaldéhyde par l’alimentation avec une estimation du risque d’apparition de carcinomes hépatocellulaires et de formation d’adduits dans l’ADN des cellules hépatiques.
De studie van Eder & Budiawan (2001) betreft een risk assessment studie voor inname van crotonaldehyde via de voeding, met een geschat risico op het ontstaan van hepatocellulaire carcinomen, en vorming van DNA-adducten van levercellen.

Une deuxième étude internationale, multicentrique, de phase III, randomisée en double aveugle et contrôlée contre placebo (étude 4, 11849) a évalué le bénéfice clinique de Nexavar chez 226 patients présentant un carcinome hépatocellulaire avancé.
Een tweede internationale, multicentrische, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III studie (Studie 4, 11849) evalueerde de klinische waarde van Nexavar bij 226 patiënten met gevorderd hepatocellulair carcinoom.

Afinitor fait l’objet d'études dans de nombreux types de cancer: Des études de phase III sont en cours dans les tumeurs neuroendocrines (TNE), le cancer du sein, le lymphome et la sclérose tubéreuse complexe (STC), tandis qu’il est prévu de commencer des essais de phase III dans le carcinome hépatocellulaire (CHC) et le cancer de l'estomac.
Afinitor is being studied in many cancer types: Phase III studies are underway in neuroendocrine tumors (NET), breast cancer, lymphoma and tuberous sclerosis complex (TSC), while Phase III trials are planned to be initiated in hepatocellular carcinoma (HCC) and gastric cancer.

première étude a porté sur 602 patients atteints de carcinome hépatocellulaire et la seconde sur
studie betrof 602 patiënten met hepatocellulair carcinoom en de tweede 903 patiënten met gevorderd

Une étude de carcinogénicité d’une durée de 2 ans a mis en évidence une augmentation de l’incidence combinée des adénomes et des carcinomes hépatocellulaires chez les souris mâles, mais pas chez les femelles, à des concentrations plasmatiques de 2 à 4 fois celles des concentrations plasmatiques obtenues chez l’homme à la dose thérapeutique.
In een twee jaar durend onderzoek naar carcinogeniciteit in muizen werd een verhoogde gecombineerde incidentie waargenomen van hepatocellulaire adenomen en carcinomen in mannetjes, maar niet in vrouwtjes, bij plasmaconcentraties die ongeveer twee- tot viermaal hoger waren dan die bereikt worden bij de therapeutische dosering bij mensen.

Afinitor fait également l'objet d'études dans de nombreux types de cancers, comprenant des tumeurs neuro-endocrines, le lymphome, le carcinome hépatocellulaire ainsi que le cancer gastrique, le cancer du poumon non à petites cellules et le cancer du sein.
Afinitor is also being studied in multiple cancer types including neuroendocrine tumors, lymphoma, hepatocarcinoma as well as gastric, non-small cell lung and breast cancer.

Dans l’étude 100554 (Carcinome hépatocellulaire- CHC), 0,99% des patients traités par sorafénib et 1,1% des patients du bras placebo ont présenté ces effets indésirables.
In studie 100554 (HCC) werden deze bijwerkingen gemeld bij 0,99% van de patiënten die werden behandeld met sorafenib en bij 1,1% die placebo kregen.

Dans l'étude sur le carcinome hépatocellulaire, les patients traités par Nexavar ont survécu en moyenne
In de studie naar hepatocellulair carcinoom overleefden de Nexavar-patiënten gemiddeld 10,7