L’induction de vomissement et/ou le charbon actif (60 à 100 g chez l’adulte, 1 à 2 g/kg chez l’enfant) et/ou un agent cathartique osmotique peuvent être indiqués chez les patients vus dans les 4 heures qui suivent une ingestion avec symptômes ou un important surdosage.
Het opwekken van braken en/of toedienen van geactiveerde kool (60 tot 100 g bij volwassenen, 1 tot 2 g/kg bij kinderen) en/of osmotische laxatie kunnen geïndiceerd zijn bij patiënten die binnen 4 uur na inname met symptomen worden gezien of na een hoge overdosis.