Pour la période de 1980 à 2009 inclus, l’incidence de mort subite est de 1,44/100.000 dans la tranche d’âge des 14-24 ans et de 4,4/100.000 dans la tranche d’âge 25-35 ans. Cela correspond à une incidence de mort subite de respectivement 1/69.000 et 1/23.000 années-personnes dans ces deux catégories d’âge.
In de populatie van 14-24 jaar bedroeg de incidentie van plotse cardiale stilstand van 1980 tot en met 2009 1,44/100 000 en in de leeftijdsgroep 25- 35 jaar 4,4/100 000; dit komt overeen met een incidentie van plotse hartstilstand van respectievelijk 1/69 000 en 1/23 000 persoonsjaren in deze twee leeftijdsgroepen.