Vertaling van "causes possibles de résultats faux négatifs " (Frans → Nederlands) :

Tableau 3 : Causes possibles de résultats faux négatifs et faux positifs aux tests sérologiques (Fischer- Fröhlich & Lauchart, 2004).
Tabel 3: Vals-negatieve en vals-positieve resultaten bij serologische testen (Fischer-Fröhlich & Lauchart, 2004).

Le Tableau 3 présente un aperçu des causes possibles des résultats faux positifs ou faux négatifs (Fischer-Fröhlich & Lauchart, 2004).
Een overzicht van mogelijke oorzaken van vals-positieve of vals-negatieve resultaten wordt gegeven in tabel 3 (Fischer-Fröhlich & Lauchart, 2004).

La faible concentration en bactéries constatée au moment de l’échantillonnage peut être attribuée à différentes causes: 1° contamination initiale par de petits nombres de bactéries viables: dans des tests de contamination exogène de concentrés plaquettaires par des bactéries, on a pu montrer que des concentrations bactériennes inférieures à 5 CFU/mL se soldaient par une culture dont le résultat était indéterminé voire négatif (Nussbaumer et al., 2007); 2° inactivation d’une partie des bactéries par des facteurs anti-bactériens contenus dans le sang (effet bactéricide); 3° phase de latence prolongée avant la prolifération bactérienne; 4° espèce bactérienne qui se multiplie lentement dans les conditions aérobies de conservation des plaquettes; 5° temps de réplication allongé (« fenêtre silencieuse »): c’est la raison pour laquelle l’échantillon pour culture bactérienne doit être prélevé avec un certain délai parce qu’il pourrait ne contenir aucune bactérie (loi de Poisson) et donner lieu à un résultat faux négatif (Montag, 2008). Ce délai n’est toutefois pas toujours suffisant à cause de la phase de latence (lag phase) qui peut être plus longue pour certaines bactéries.
Het vaststellen van lage concentratie aan bacteriën op het moment van de staalname kan worden toegeschreven aan verschillende oorzaken: 1° aanvankelijke besmetting door kleine aantallen levensvatbare bacteriën: bij tests inzake exogene besmetting van bloedplaatjesconcentraten door bacteriën heeft men kunnen aantonen dat bacteriële concentraties lager dan 5 CFU/mL leiden tot een kweek waarvan het resultaat onbepaald of zelfs negatief was (Nussbaumer et al., 2007); 2° inactivatie van een deel van de bacteriën door de antibacteriële factoren in het bloed (bacteriedodende werking); 3° langere latentiefase voor de bacteriegroei;

Mais, on oublie de signaler que le PSA est un mauvais test dans le dépistage car il y a trop de résultats « faux positifs » (test positif mais pas de maladie) et de résultats « faux négatifs » (test négatif mais présence de maladie).
Wat er dan niet wordt bij verteld, is dat PSA een slechte test is voor opsporing: er zijn te veel vals positieven en vals negatieven.

Dans le premierr cas, le risque d’un résultat faux positif est non seulement plus petit mais est aussi clairement considéré comme moins important qu’un résultat faux négatif, qui équivaut à louper un diagnostic.
In het eerste geval is het risico op vals positieve resultaten niet alleen kleiner, maar het wordt duidelijk ook als minder belangrijk gezien dan het risico op een vals negatief resultaat, namelijk het missen van een diagnose.

Des résultats faux négatifs sont aussi possibles et sont beaucoup plus dangereux pour la sécurité de la greffe, étant donné qu’ils impliquent une possibilité de transmission d’une infection au receveur.
Ook vals negatieve resultaten kunnen voorkomen, welke veel ernstiger zijn voor de veiligheid van de greffe aangezien dit de mogelijkheid van overdracht van een infectie op de receptor met zich meebrengt.

Le taux de résultats faux négatifs a été évalué à 1 sur 14.000 dans une étude hollandaise (Te Boekhorst et al., 2005) et à 1 sur 50.000 par la Croix-Rouge américaine (Eder et al., 2009) et le Paul-Ehrlich Institut (Burkhardt et al., 2005).
Het aantal vals negatieve resultaten werd in een Nederlandse studie op 1 op 14.000 geschat (Te Boekhorst et al., 2005) en op 1 op 50.000 door het Amerikaanse Rode Kruis (Eder et al., 2009) en het Paul-Ehrlich Institut (Burkhardt et al., 2005).

Des résultats faux négatifs sont parfois constatés quand l'essai n'est pas strictement réalisé selon les recommandations directives NCCLS 27,28 .
False negative results are occasionally seen when the test is not performed strictly according to the NCCLS guidelines 27,28 .

D’autre part, des inhibiteurs des tests de détection de l’acide nucléique peuvent être présents dans le sang cadavérique et donner lieu à des résultats faux négatifs.
Anderzijds kunnen er ook inhibitoren voor nucleïnezuurtesten aanwezig zijn in kadaverbloed, wat aanleiding geeft tot vals negatieve resultaten.

Sur base de données du BCSC (Breast Cancer Surveillance Consortium : consortium de surveillance du cancer du sein aux Etats-Unis), Nelson rapporte également que pour chaque femme de 40 à 49 ans qui participe à une session de dépistage, la probabilité d’avoir un résultat faussement positif est de 9.78%, la probabilité de subir un examen d’imagerie complémentaire est de 8.66%, la probabilité d’avoir un résultat faussement négatif est de à 0,10%, la probabilité de subir une biopsie est de 0.93%. la très basse probabilité de faux négatif peut s’expliquer notamment par la faible incidence du cancer dans cette tranche d’âge.
Op basis van gegevens van het BCSC (Breast Cancer Surveillance Consortium in de Verenigde Staten), meldt Nelson eveneens dat voor elke vrouw van 40 tot 49 jaar die deelneemt aan een screeningsessie, de kans op een vals-positief resultaat 9,78% bedraagt, de kans op het ondergaan van een bijkomend beeldvormend onderzoek 8,66%, de kans op een vals-negatief resultaat 0,10%, de kans op het ondergaan van een biopsie 0,93%. De erg lage kans op een vals-negatief kan worden verklaard door de geringe incidentie van kanker in die leeftijdscategorie.