La prudence est donc de mise lorsque la ceftriaxone est envisagée pour traiter une jaunisse chez un nouveau-né, en particulier s’il s’agit d’un prématuré, étant donné le risque d’encéphalopathie bilirubinique (voir rubrique 4.4).
Daarom is voorzichtigheid geboden als ceftriaxon wordt overwogen voor de behandeling van pasgeboren zuigelingen met geelzucht, vooral prematuren, door het risico op bilirubine-encefalopathie (zie 4.4).