Etant donné que ces effets peuvent être imputés à l’interaction avec la gyrase bactérienne et, à des concentrations considérablement plus élevées, à l’interaction avec la topoisomerase II dans les cellules mammaliennes, on assume qu’il existe une valeur liminale pour la génotoxicité.
Aangezien deze effecten toegeschreven kunnen worden aan de interactie met bacterieel gyrase en bij aanzienlijk hogere concentraties aan de interactie met topoisomerase II in zoogdiercellen, wordt aangenomen dat er een drempelwaarde bestaat voor genotoxiciteit.