2. Si des caractéristiques anormales sont constatées lors de cet examen, si un comportement anormal a été observé avant la mise à mort ou si l’on soupçonne une contamination de l’environnement, la personne formée doit en informer l’autorité compétente.
2. Wanneer tijdens het onderzoek abnormale kenmerken worden vastgesteld, vóór het doden abnormaal gedrag werd geconstateerd of effecten van milieuverontreiniging worden vermoed, moet de gekwalificeerde persoon de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen.