La règle de la rétroactivité au sens des articles 15.1 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et article 2, alinéa 2, du Code pénal que le demandeur invoque, a pour seule conséquence que le prévenu peut se prévaloir rétroactivement d’un régime plus favorable que celui qui était en vigueur au moment où il a commis le fait mis à sa charge, s’il ressort de la nouvelle réglementation que le législateur a changé d’opinion quant au caractère punissable du fait litigieux.
De door de eiser ingeroepen retroactiviteitsregel, zoals bedoeld in artikel 15.1 van het IVBPR en artikel 2, tweede lid, van het Strafwetboek, heeft enkel tot gevolg dat de beklaagde retroactief aanspraak kan maken op een gunstiger regime dan datgene dat van toepassing was ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde feit, wanneer uit die nieuwe regeling blijkt dat het inzicht van de wetgever omtrent de strafwaardigheid van dat feit is gewijzigd.