Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «chez certains patients hypertendus sans lésions rénales préexistantes apparentes » (Français → Néerlandais) :

Chez certains patients hypertendus sans lésions rénales préexistantes apparentes et pour lesquels les tests sanguins rénaux montrent une insuffisance rénale fonctionnelle, le traitement doit être arrêté et éventuellement repris soit à une dose plus faible, soit avec un seul constituant de la combinaison.

Bij sommige hypertensieve patiënten zonder vooraf bestaande duidelijke nierletsels en bij wie het bloedonderzoek wijst op een functionele nierinsufficiëntie, moet de behandeling worden stopgezet en kan ze worden hervat in een lage dosering of met slechts één bestanddeel.


Certains patients hypertendus, sans altération rénale préexistante apparente, ont présenté une augmentation de l'urée sanguine et de la créatinine lorsque l'énalapril a été administré en même temps qu'un diurétique.

Bij sommige hypertensiepatiënten zonder zichtbaar eerder bestaand nierlijden is bij gelijktijdige toediening van enalapril en een diureticum verhoging van het bloedureum en het creatinine opgetreden.


Chez certains patients hypertendus, sans altération rénale préexistante, l’association d’énalapril avec un diurétique peut entraîner une augmentation de l’urémie et de la créatininémie.

Bij sommige hypertensie patiënten zonder pre-existent nierlijden, kan de combinatie van enalapril met een diureticum leiden tot een toename van het bloedureum en creatinine.


Certains patients hypertendus qui ne présentent pas d'affection rénale préexistante apparente ont présenté des augmentations de l'urée sanguine et de la créatinine sérique, généralement mineures et passagères, en particulier lorsque le quinapril a été administré en même temps qu'un diurétique.

Sommige patiënten met hypertensie die vooraf geen gekende nieraandoening hadden, ontwikkelden verhogingen in het bloedureum en het serumcreatinine; doorgaans ging het om lichte verhogingen van voorbijgaande aard, vooral wanneer quinapril gelijktijdig met een diureticum werd toegediend.


Certains patients hypertendus qui n’ont pas de maladie vasculaire rénale préexistante apparente développent des augmentations de l’azote uréique sanguin et de la créatinine sérique, habituellement mineures ou transitoires, lorsque le fosinopril est donné en même temps qu’un diurétique.

Sommige hypertensie-patiënten zonder vastgestelde vasculaire nieraandoening ontwikkelen een verhoging van het bloed ureum stikstof en het serumcreatinine, gewoonlijk beperkt en voorbijgaand, wanneer fosinopril gelijktijdig met een diureticum wordt toegediend.


Chez certains patients hypertendus sans maladie vasculaire rénale préexistante apparente, des cas d’augmentation de l'urémie et de la créatininémie, habituellement mineures et transitoires, ont été observés, en particulier lorsque ZESTRIL était associé à un diurétique.

Sommige hypertensieve patiënten die géén duidelijke preëxistente renale vasculaire ziekte hebben, hebben toename van ureum in het bloed en serumcreatinine ontwikkeld, gewoonlijk minder en van voorbijgaande aard, met name wanneer ZESTRIL gelijktijdig met en diureticum wordt gegeven.


Certains patients atteints dhypertension ou d’insuffisance cardiaque sans affection rénale préexistante apparente ont présenté des augmentations, généralement mineures et transitoires, des taux d’urée sanguine et de créatinine sérique (> 1,25 fois la limite supérieure de la normale) surtout lors de l’administration concomitante de quinapril et d’un diurétique ; de telles augmentations étaient ...[+++]

Sommige patiënten met hypertensie of hartfalen zonder duidelijke vooraf bestaande nierziekte hebben een stijging van het bloedureum en het serumcreatinine ontwikkeld (> 1,5-maal de bovenste limiet van het normale), gewoonlijk een lichte en voorbijgaande stijging, vooral als quinapril concomitant met een diureticum werd gegeven, en dat werd waargenomen bij respectievelijk 4% en 3% van de patiënten op een monotherapie.


w