Les patients présentant un ARN du VHC indétectable (cible non détectée) de la semaine 4 jusqu’à la semaine 20 pouvaient réduire la durée du traitement par peginterféron/ribavirine à 24 semaines. 73,8% (59/80) des patients des groupes ayant reçu le
73,8% (59/80) van de patiënten in de samengevoegde peginterferon alfa-2a-groep voldeed aan de criteria (ondetecteerbaar HCV-RNA (doel niet gedetecteerd) van week 4 tot en met week 20) voor de verkorte behandelduur met peginterferon/ribavirine van 24 weken, tegen 61,7% (50/81) van de patiënten in de samengevoegde peginterferon alfa-2b-groep.