Vertaling van "classes de médicaments 20 nécessitent " (Frans → Nederlands) :

D’autres classes de médicaments 20 nécessitent aussi une adaptation posologique par rapport à la fonction rénale. On peut ainsi pointer e.a.
Andere geneesmiddelengroepen 20 waarvan de dosering moet worden aangepast in functie van de nierfunctie zijn o.a.

B03B VITAMINE B12 ET ACIDE FOLIQUE B03BB acide folique et dérivés B03BB01 Folique (acide) B05 SUBSTITUTS DU SANG ET SOLUTIONS POUR IRRIGATIONS B05B SOLUTIONS I. V. B05BA Solutions pour nutrition parentérale B05BA03 Glucose en eau distillée ampoule 5 ml 5 à 10%, Glucose en eau distillée ampoule 10 ml 5 à 10%, Glucose en eau distillée ampoule 20 ml 5 à 10%, Glucose solution hypertonique ampoule 10 ml 20 à 30%, Glucose solution hypertonique ampoule 20 ml 20 à 30%, Glucose solution hypertonique ampoule 10 ml 50%, Glucose solution hypertonique ampoule 20 ml 50% B05BB Solutions concernant la balance électrolytique B05BB99B Sodium chlorure (ampoule ou vial) 1 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 2 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 5 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 10 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 20 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 50 ml 0,9 à 10% , Sodium chlorure (ampoule ou vial) 100 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure ampoule 10 ml à 20% B05C SOLUTIONS POUR IRRIGATIONS B05CB solutions de sels B05CB02 Sodium citrate ampoule 50 mg B05CB04 Sodium (bicarbonate de) C SYSTEME CARDIOVASCULAIRE C01 THERAPIE CARDIAQUE C01B ANTIARYTHMIQUES, CLASSES I ET III C01BA antiarythmiques, (classe Ia) C01BA01 Quinidine (sulfate de) C01BB antiarythmiques, (classe Ib) C01BB01 Lidocaïne C01BB01 Lidocaïne (chlorhydrate de) C01C STIMULANTS CARDIAQUES SAUF GLYCOSIDES CARDIOTONIQUES C01CA produits adrénergiques et dopaminergiques C01CA24 Adrénaline tartrate ampoule 1 mg C01E AUTRES PREPARATIONS A VISEE CARDIAQUE C01EB autres médicaments à visée cardiaque C01EB03 Indométacine PAS CHAP.
B03BB01 Foliumzuur B05 BLOEDSUBSTITUTEN EN IRRIGATIEVLOEISTOFFEN B05B I. V. OPLOSSINGEN B05BA Oplossingen voor parenterale voeding B05BA03 Glucose in gedistilleerd water ampul 5 ml 5 à 10%, Glucose in gedistilleerd water ampul 10 ml 5 à 10%, Glucose in gedistilleerd water ampul 20 ml 5 à 10%, Glucose hypertonische oplossing ampul 10 ml 20 à 30%, Glucose hypertonische oplossing ampul 20 ml 20 à 30%, Glucose hypertonische oplossing ampul 10 ml 50%, Glucose hypertonische oplossing ampul 20 ml 50% B05BB Oplossingen betreffende elektolytische balans B05BB99B Natriumchloride (ampul of vial) 1 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 2 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 5 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 10 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 20 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 50 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 100 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride ampul 10 ml 20% B05C IRRIGATIEVLOEISTOFFEN B05CB zoutoplossingen B05CB02 Natriumcitraat ampul 50 mg B05CB04 Natriumwaterstofcarbonaat C CARDIOVASCULAIR STELSEL C01 CARDIACA C01B ANTI-ARITMICA, KLASSEN I EN III C01BA anti-aritmica (klasse I a) C01BA01 Kinidinesulfaat C01BB anti-aritmica (klasse I b) C01BB01 Lidocaïne C01BB01 Lidocaïnehydrochloride C01C HARTSTIMULERENDE MIDDELEN, UITGEZONDERD HARTGLYCOSIDEN C01CA adrenerge en dopaminerge middelen C01CA24 Adrenalinetartraat ampul 1 mg C01E OVERIGE CARDIACA C01EB overige cardiaca C01EB03 Indometacine GEEN HFDST.

Pour les médicaments de la classe ATC L (principalement oncolytiques) – toutes les classes de plus-value, en ce compris 20 médicaments orphelins - les délais d’exécution ne sont pas nettement différents des valeurs globales.
Voor de geneesmiddelen van de ATC klasse L (hoofdzakelijk oncolytica) – alle meerwaardeklassen, inbegrepen 20 weesgeneesmiddelen, zijn de doorlooptijden niet beduidend verschillend van de globale waarden.

Le CHMP a recommandé de nouvelles contre-indications pour 20 médicaments autorisés selon la procédure centralisée et, dans certains cas, pour les classes entières de médicaments autorisés selon la procédure centralisée (étiquetage de classe), dont:
Het CHMP beval nieuwe contra-indicaties aan voor 20 via de gecentraliseerde procedure goedgekeurde geneesmiddelen, en in sommige gevallen voor gehele via de gecentraliseerde procedure goedgekeurde geneesmiddelklassen (classificatie), waaronder:

C’est en raison du caractère généralement court ou aigu du traitement (ne nécessitant pas de continuité dans la marque utilisée pour un traitement), que la substitution est exclusivement autorisée pour ces deux classes de médicaments – antibiotiques et antimycosiques.
De substitutie is enkel toegestaan voor die twee groepen van geneesmiddelen omdat de behandeling met deze geneesmiddelen meestal kort of acuut is en daarom geen continuïteit van merk vereist.

DE LA BETALACTAMASE INCLU 1,4% 15 0,0% 14 0,7% 34 15 J01FA MACROLIDES 1,4% 15 0,1% 7 0,4% 53 16 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 1,3% 14 0,1% 39 2,1% 11 17 L03AB INTERFERONS 1,3% 14 0,0% 1 0,0% 123 18 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES, THIAZEPINES ET OXEPINES 1,1% 12 0,0% 3 0,2% 82 19 R01AD CORTICOSTEROIDES 1,1% 12 0,0% 28 1,5% 13 20 L03AX AUTRES IMMUNOSTIMULANTS 1,1% 12 0,1% 0 0,0% 148 21 V03AN GAZ MEDICINAUX 1,1% 11 0,1% 1 0,0% 139 22 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 1,0% 11 0,0% 4 0,2% 68 23 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,0% 11 0,0% 23 1,3% 20 24 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 1,0% 11 0,1% 86 4,7% 6 25 L02BG INHIBITEURS DE L'AROMATASE 1,0% 11 0,0% 3 0,2% 84 26 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,0% 10 0,0% 26 1,4% 17 27 N07BA MEDICAMENTS TRAITANT LA DEPENDANCE A LA NICOTINE 0,9% 10 0,1% 4 0,2% 74 28 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,9% 10 0,0% 24 1,3% 18 29 C09BA IECA ET DIURETIQUES 0,9% 9 0,1% 22 1,2% 21 30 N02AX AUTRES OPIACES 0,8% 9 0,0% 8 0,4% 49 31 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 0,8% 9 0,0% 0 0,0% 212 32 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 0,8% 9 0,0% 3 0,2% 77 33 J01AA TETRACYCLINES 0,8% 9 0,1% 12 0,6% 38 34 M05BA BIPHOSPHONATES 0,8% 9 0,0% 14 0,8% 32 35 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 0,8% 9 0,0% 2 0,1% 89 36 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 0,8% 8 0,0% 1 0,0% 129 37 J07BG VACCINS ANTIRABIQUES 0,8% 8 54,8% 0 0,0% 143 38 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 0,8% 8 0,1% 74 4,0% 8 39 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,8% 8 0,0% 2 0,1% 98 40 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,8% 8 0,0% 18 1,0% 24 41 N07BC MEDICAMENTS TRAITANT LA DEPENDANCE AUX OPIACES 0,8% 8 0,8% 2 0,1% 92 42 M01AC OXICAMS 0,8% 8 0,0% 16 0,9% 28 43 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 0,7% 8 0,1% 6 0,3% 60 44 A10BA BIGUANIDES 0,7% 8 0,0% 36 2,0% 12 45 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 0,7% 7 0,0% 8 0,4% 47 46 B01AA ANTAGONISTES DE LA VITAMINE K 0,7% 7 0,1% 26 1,4% 16 47 J07BB VACCINS ANTI-INFLUEN ...
LUCH 3,3% 36 0,0% 28 1,5% 14 4 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 3,1% 33 0,1% 87 4,7% 5 5 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 3,1% 33 0,0% 56 3,0% 9 6 J01MA FLUOROCHINOLONEN 2,6% 28 0,1% 15 0,8% 29 7 B01AB HEPARINEGROEP 2,6% 28 0,0% 14 0,8% 31 8 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 2,4% 26 0,0% 131 7,1% 2 9 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 2,3% 25 0,0% 79 4,3% 7 10 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 2,1% 23 0,0% 45 2,4% 10 11 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 2,1% 23 0,0% 27 1,5% 15 12 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 1,9% 21 0,0% 24 1,3% 19 13 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,5% 16 0,0% 98 5,3% 4 14 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE- 1,4% 15 0,0% 14 0,7% 34 15 J01FA MACROLIDEN 1,4% 15 0,1% 7 0,4% 53 16 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 1,3% 14 0,1% 39 2,1% 11 17 L03AB INTERFERONEN 1,3% 14 0,0% 1 0,0% 123 18 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN, THIAZEPINEN EN OXEPINEN 1,1% 12 0,0% 3 0,2% 82 19 R01AD CORTICOSTEROIDEN 1,1% 12 0,0% 28 1,5% 13 20 L03AX OVERIGE IMMUNOSTIMULANTIA 1,1% 12 0,1% 0 0,0% 148 21 V03AN MEDICINALE GASSEN 1,1% 11 0,1% 1 0,0% 139 22 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 1,0% 11 0,0% 4 0,2% 68 23 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,0% 11 0,0% 23 1,3% 20 24 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 1,0% 11 0,1% 86 4,7% 6 25 L02BG AROMATASE-INHIBITOREN 1,0% 11 0,0% 3 0,2% 84 26 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,0% 10 0,0% 26 1,4% 17 27 N07BA MIDDELEN BIJ NICOTINEAFHANKELIJKHEID 0,9% 10 0,1% 4 0,2% 74 28 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,9% 10 0,0% 24 1,3% 18 29 C09BA ACE-REMMERS MET DIURETICA 0,9% 9 0,1% 22 1,2% 21 30 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,8% 9 0,0% 8 0,4% 49 31 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 0,8% 9 0,0% 0 0,0% 212 32 N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,8% 9 0,0% 3 0,2% 77 33 J01AA TETRACYCLINES 0,8% 9 0,1% 12 0,6% 38 34 M05BA BISFOSFONATEN 0,8% 9 0,0% 14 0,8% 32 35 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 0,8% 9 0,0% 2 0,1% 89 36 L04AD CALCINEURINEREMMERS 0,8% 8 ...

Étant donné le faible nombre de patients nécessitant la mobilisation et la collecte de cellules souches hématopoïétiques, cette maladie est dite «rare». C’est pourquoi, le 20 octobre 2004, Mozobil a été désigné comme étant un «médicament orphelin» (médicament utilisé pour des maladies rares).
Aangezien het aantal patiënten bij wie hematopoëtische stamcellen moeten worden gemobiliseerd (in beweging gebracht) en verzameld klein is, wordt de aandoening als ‘zeldzaam’ beschouwd, en werd Mozobil op 20 oktober 2004 aangewezen als ‘weesgeneesmiddel’ (een geneesmiddel voor zeldzame ziekten).

DE LA BETALACTAMASE INC 1,4% 15 0,0% 12 0,8% 35 18 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES, THIAZEPINES ET OXEPINES 1,3% 13 0,0% 3 0,2% 74 19 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 1,2% 13 0,1% 89 5,5% 3 20 J01FA MACROLIDES 1,2% 13 0,1% 5 0,3% 58 21 N07BA MEDICAMENTS TRAITANT LA DEPENDANCE A LA NICOTINE 1,2% 12 0,2% 4 0,3% 63 22 C09BA IECA ET DIURETIQUES 1,2% 12 0,0% 18 1,1% 22 23 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 1,1% 12 0,0% 1 0,1% 122 24 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 1,1% 11 0,0% 3 0,2% 78 25 R01AD CORTICOSTEROIDES 1,1% 11 0,0% 25 1,5% 14 26 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,1% 11 0,0% 23 1,4% 18 27 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 1,1% 11 0,0% 6 0,4% 51 28 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 1,1% 11 0,0% 4 0,2% 71 29 L03AX AUTRES IMMUNOSTIMULANTS 1,0% 11 0,1% 0 0,0% 150 30 M05BA BIPHOSPHONATES 0,9% 9 0,0% 12 0,7% 36 31 V03AN GAZ MEDICINAUX 0,9% 9 0,0% 0 0,0% 147 32 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,9% 9 0,0% 17 1,0% 24 33 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 0,8% 9 0,0% 25 1,5% 15 34 M01AC OXICAMS 0,8% 8 0,0% 15 0,9% 30 35 N02AX AUTRES OPIACES 0,8% 8 0,0% 7 0,4% 48 36 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,8% 8 0,0% 19 1,2% 21 37 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 0,8% 8 0,0% 3 0,2% 76 38 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 0,7% 7 0,0% 3 0,2% 80 39 C01BC ANTIARYTHMIQUES, CLASSE IC 0,6% 6 0,1% 8 0,5% 42 40 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 0,6% 6 0,0% 6 0,4% 54 41 J01AA TETRACYCLINES 0,6% 6 0,1% 7 0,4% 50 42 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,6% 6 0,0% 14 0,9% 32 43 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,6% 6 0,0% 6 0,4% 56 44 J07BM VACCINS CONTRE LE PAPILLOMAVIRUS 0,6% 6 0,0% 0 0,0% 209 45 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 0,5% 6 0,0% 4 0,2% 65 46 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 0,5% 6 0,1% 64 3,9% 7 47 N07BC MEDICAMENTS TRAITANT LA DEPENDANCE AUX OPIACES 0,5% 6 0,7% 1 0,1% 104 48 J07BB VACCINS ANTI‐INFLUENZA 0,5% 5 0,0% 1 0,0% 141 49 C07AG ALPHA‐ ET BETA‐BLOQUANTS 0,5% 5 0,1% 8 0,5% 44 50 R03AC BET ...
LUC 3,2% 33 0,0% 24 1,5% 16 5 C07AB BETA‐BLOKKERS, SELECTIEVE 3,1% 32 0,0% 79 4,8% 5 6 L03AB INTERFERONEN 2,8% 28 0,1% 2 0,1% 95 7 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 2,7% 28 0,0% 26 1,6% 13 8 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 2,7% 27 0,0% 121 7,4% 2 9 J01MA FLUOROCHINOLONEN 2,3% 24 0,1% 14 0,9% 31 10 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 2,3% 23 0,0% 64 3,9% 8 11 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 2,2% 22 0,0% 77 4,7% 6 12 C09CA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 2,1% 21 0,0% 37 2,3% 10 13 B01AB HEPARINEGROEP 2,1% 21 0,0% 10 0,6% 38 14 C09DA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN MET DIURETICA 1,9% 19 0,0% 21 1,3% 19 15 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,6% 16 0,1% 3 0,2% 85 16 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 1,5% 15 0,1% 34 2,1% 11 17 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMA 1,4% 15 0,0% 12 0,8% 35 18 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN, THIAZEPINEN EN OXEPINEN 1,3% 13 0,0% 3 0,2% 74 19 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 1,2% 13 0,1% 89 5,5% 3 20 J01FA MACROLIDEN 1,2% 13 0,1% 5 0,3% 58 21 N07BA MIDDELEN BIJ NICOTINEAFHANKELIJKHEID 1,2% 12 0,2% 4 0,3% 63 22 C09BA ACE‐REMMERS MET DIURETICA 1,2% 12 0,0% 18 1,1% 22 23 L04AD CALCINEURINEREMMERS 1,1% 12 0,0% 1 0,1% 122 24 L02BG ENZYMREMMERS 1,1% 11 0,0% 3 0,2% 78 25 R01AD CORTICOSTEROIDEN 1,1% 11 0,0% 25 1,5% 14 26 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,1% 11 0,0% 23 1,4% 18 27 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 1,1% 11 0,0% 6 0,4% 51 28 N03AX OVERIGE ANTI‐EPILEPTICA 1,1% 11 0,0% 4 0,2% 71 29 L03AX OVERIGE IMMUNOSTIMULANTIA 1,0% 11 0,1% 0 0,0% 150 30 M05BA BISFOSFONATEN 0,9% 9 0,0% 12 0,7% 36 31 V03AN MEDICINALE GASSEN 0,9% 9 0,0% 0 0,0% 147 32 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,9% 9 0,0% 17 1,0% 24 33 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 0,8% 9 0,0% 25 1,5% 15 34 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,8% 8 0,0% 15 0,9% 30 35 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,8% 8 0,0% 7 0,4% 48 36 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,8% 8 0,0% 19 1,2% 21 37 N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,8% 8 0,0% 3 0,2% 7 ...

- pour les médicaments orphelins et les demande de classe 1, la demande peut déjà être introduite à partir du moment où le demandeur dispose de l’avis favorable du Comité des médicaments à usage humain de l’EMEA (AR 20 novembre 2007).
- voor weesgeneesmiddelen en klasse 1 aanvragen kan de aanvraag reeds worden ingediend vanaf het moment dat de aanvrager beschikt over het gunstig advies van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik bij EMEA (KB 20 november 2007).

Les classes de médicaments qui ont clairement augmenté dans le top 20 en termes de montant brut en 2004 par rapport à 2003 sont les immunosuppresseurs sélectifs (ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, les différents MAB’s, etc.), les interférons, les bisphosphonates et les antipsychotiques atypiques (rispéridone, clozapine, quétiapine, olanzapine).
Geneesmiddelenklassen die in 2004 t.o.v. 2003 duidelijk gestegen zijn in de top 20 naar het brutobedrag zijn de selectieve immunosuppressiva (ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, de verschillende MAB’s, e.a.), de interferonen, de bisfosfonaten en de atypische antipsychotica (risperidon, clozapine, quetiapine, olanzapine).