Si la co administration d’atazanavir avec un inhibiteur de la pompe à protons est jugée indispensable, il est recommandé d’augmenter la dose d’atazanavir à 400 mg plus 100 mg de ritonavir et une surveillance clinique étroite (charge virale par exemple) s’impose. La dose de pantoprazole ne doit pas excéder 20 mg par jour.
Wanneer de combinatie van aztanavir met een protonpompremmer als onvermijdelijk wordt geacht is een nauwkeurige klinische opvolging (bijv. virus load) aanbevolen, in combinatie met een verhoging van de dosering van aztanavir tot 400 mg met 100 mg ritonavir; een dosering van 20 mg pantoprazol dient niet te worden overschreden.