Dans l’arrêté royal du 3 juillet 1996, on a inséré à partir du 1 er janvier 2008 qu’en ce qui concerne les enfants qui ne sont pas inscrits au Registre national, la preuve de la cohabitation résulte également de tous moyens de preuve reconnus comme tels par le Fonctionnaire dirigeant du Service du contrôle administratif 95 .
In het Koninklijk besluit van 3 juli 1996 wordt vanaf 1 januari 2008 ingevoegd dat voor de kinderen die niet zijn ingeschreven in het Rijksregister, het bewijs van het samenwonen uit alle bewijsmiddelen volgt die als dusdanig erkend zijn door de leidend ambtenaar van de Dienst voor administratieve controle 95 .