Vertaling van "comme les bêtabloquants peuvent masquer " (Frans → Nederlands) :

L'hypoglycémie / diabète Les bêtabloquants doivent être administrés avec prudence aux patients sujets à l'hypoglycémie spontanée ou aux patients atteints de diabète instable, comme les bêtabloquants peuvent masquer les signes et les symptômes d'une hypoglycémie aiguë.
Hypoglycemie/diabetes Bèta-blokkers moeten met voorzichtigheid toegediend worden bij patiënten gevoelig aan spontane hypoglycemie of patiënten met labiele diabetes, aangezien bèta-blokkers de symptomen en signalen van een acute hypoglycemie kunnen maskeren.

Autres effets des bêtabloquants Hypoglycémie/diabète Les bêtabloquants doivent être administrés avec précaution chez les patients présentant une hypoglycémie spontanée ou aux patients souffrant d’un diabète instable, étant donné que les bêtabloquants peuvent masquer les signes et symptômes d’une hypoglycémie aiguë.
Overige effecten van bètablokkering Hypoglykemie/diabetes Bètablokkers dienen met voorzichtigheid te worden toegediend aan patiënten met spontane hypoglykemie of aan patiënten met labiele diabetes, aangezien bètablokkers de tekenen en symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren.

Hypoglycémie/diabète Les bêtabloquants seront administrés avec prudence chez les patients sujets aux hypoglycémies spontanées ou qui présentent un diabète insulinodépendant instable, car les bêtabloquants peuvent masquer les signes et les symptômes d’une hypoglycémie aiguë.
Hypoglykemie/diabetes Voorzichtigheid is geboden bij toediening van bètablokkers bij patiënten die gemakkelijk spontane hypoglykemie vertonen, of patiënten met een labiele insulineafhankelijke diabetes, omdat bètablokkers de tekenen en symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren.

Hypoglycémie/diabète Les bêtabloquants seront administrés avec prudence chez les patients sujets à l’hypoglycémie spontanée ou chez ceux qui présentent un diabète instable, car les bêtabloquants peuvent masquer les signes et symptômes d’une hypoglycémie aiguë.
Hypoglykemie/diabetes Voorzichtigheid is geboden bij toediening van bètablokkers bij patiënten die gemakkelijk spontane hypoglykemie vertonen, of patiënten met een labiele diabetes, omdat bètablokkers de tekenen en symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren.

Hypoglycémie/diabète Les bêtabloquants doivent être administrés avec précaution aux patients enclins à l’hypoglycémie spontanée ou aux patients atteints de diabète labile, du fait que les bêtabloquants peuvent masquer les signes et les symptômes de l’hypoglycémie aiguë.
Hypoglykemie/diabetes Men dient voorzichtig te zijn met de toediening van bètablokkers aan patiënten die lijden aan spontane hypoglykemie of aan patiënten met labiele diabetes, daar bètablokkers de verschijnselen en symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren.

Hypoglycémie/diabète Les bêtabloquants doivent s’administrer avec prudence chez les patients sujets à l’hypoglycémie spontanée ou chez les patients ayant un diabète instable, car les bêtabloquants peuvent masquer les signes et les symptômes d’une hypoglycémie aiguë.
Hypoglykemie/diabetes: Voorzichtigheid is geboden bij toediening van bètablokkers aan patiënten die spontane hypoglykemie kunnen ontwikkelen, of patiënten met een labiele diabetes, omdat bètablokkers de tekenen en symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren.

Diabète Les bêtabloquants peuvent masquer les symptômes d'une hypoglycémie, particulièrement la tachycardie.
Diabetes Bèta-blokkers kunnen hypoglykemie maskeren, voornamelijk wat betreft de tachycardie.

D’autres médicaments (antiarythmiques comme le disopyramide et la cibenzoline, le dextropropoxyphène, les opioïdes faibles comme le tramadol ou encore la quinine) sont susceptibles de provoquer des hypoglycémies (chez des non diabétiques). Les b-bloquants, en théorie davantage les non cardiosélectifs, peuvent masquer les symptômes d’hypoglycémie 48 .
Ook andere geneesmiddelen kunnen zeldzaam (bij niet-diabetici) hypoglykemie uitlokken (antiaritmica zoals disopyramide en cibenzoline, dextropropoxyfeen, zwakke opioïden zoals tramadol, kinine). b-blokkers, en dan theoretisch vooral de niet-cardioselectieve, kunnen de symptomen van hypoglykemie maskeren 48 .

- Dans le groupe des antihypertenseurs, les inhibiteurs ACE (C09AA) ont été presque autant prescrits qu'en 1999; avec leurs 120,1 millions DDD, ils sont, avec les bêtabloquants sélectifs (C07AB – de 114.000 DDD en 1999 à 118.000 DDD en 2000), les médicaments les plus utilisés; la hausse des sartanes (C09CA), qui sont passés de 23 (1999) à 37,1 millions DDD en 2000 est peutêtre inquiétante dans la mesure où ils ne peuvent pas être considérés comme des médicaments de premier choix; la même observation peut être faite pour les dérivés de la dihydropyridine (C08CA) qui sont passés de 88 (1999) à 92,0 millions DDD (2000); les trois augmentations les plus importantes concernent l'amlodipine (Amlor), la nifédipine (Adalat oros) et la félodipine (Plendil).
- Bij de antihypertensiva werden de ACE-remmers (C09AA) quasi evenveel voorgeschreven als in 1999; met hun 120,1 miljoen DDD zijn ze tezamen met de selectieve ß-blokkers (C07AB - 114.000 DDD in 1999 tot 118.000 DDD in 2000) de meest aangewende middelen; verontrustend is misschien de stijging van de sartanen (C09CA) van 23 (1999) tot 37,1 miljoen DDD in 2000, ondanks het feit dat ze niet als eerste keus beschouwd kunnen worden; dezelfde bemerking kan gemaakt worden bij de dihydropyridinederivaten (C08CA) die stijgen van 88 (1999) naar 92,0 miljoen DDD (2000); de grote 3 hierbij waren amlodipine (Amlor), nifedipine (Adalat oros) en felodipine (Plendil).