Après la fin de la perfusion, la concentration plasmatique a rapidement diminué, avec une demi-vie initiale (t α ) et finale (t β ) de 0,21 ± 0,01 heures et de 1,7 ± 0,3 heures, respectivement.
Na beëindiging van de infusie nam de plasmaspiegel snel af met een aanvangshalfwaardetijd (t α ) en eindhalfwaardetijd (t β ) van respectievelijk 0,21 ± 0,01 en 1,7 ± 0,3 uur.