Si pour des motifs indépendants de la relation qui lie le patient à la personne de confiance de son choix, le médecin considère que cette personne nuit à la relation de confiance qu'il a avec son patient ou entrave à la consultation, il doit s'en entretenir avec celui-ci.
Indien de arts, om redenen die losstaan van de relatie die de patiënt bindt aan de vertrouwenspersoon van zijn keuze, vindt dat deze persoon zijn vertrouwensrelatie met zijn patiënt schaadt of een belemmering vormt bij de raadpleging, moet hij dit met zijn patiënt bespreken.