Vertaling van "conservé leur sensibilité " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Définition: Les limites des territoires cutanés anesthésiés correspondent plus aux conceptions personnelles du patient sur le fonctionnement du corps qu'à des connaissances médicales. Il peut y avoir atteinte de certains types de sensibilité, avec conservation des autres, ne correspondant à aucune lésion neurologique connue. La perte de sensibilité peut s'accompagner de paresthésies. La perte de la vision ou de l'audition est rarement totale dans les troubles dissociatifs. | Surdité psychogène
Omschrijving: De anesthetische huidgebieden hebben vaak grenzen die duidelijk meer aansluiten bij de voorstelling van de patiënt omtrent lichamelijke functies dan bij medische kennis. Er kan een verschil in functieverlies tussen de zintuigen zijn dat niet is terug te voeren op een neurologische laesie. Zintuiglijk gewaarwordingsverlies kan vergezeld gaan van klachten omtrent paresthesie. Gezichts- en gehoorverlies zijn bij dissociatieve stoornissen zelden volledig. | Neventerm: | psychogene doofheid

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Chez les patients qui ont reçu de la méthyldopa, les récepteurs adrénergiques conservent leur sensibilité aux substances adrénergiques et par conséquent, leur capacité de réponse vasopressive est maintenue.
De adrenergische receptoren blijven gevoelig voor adrenerge substanties bij patiënten die methyldopa kregen en bijgevolg blijft de reactie op vasopressoren behouden.

Les virus résistants à l’emtricitabine ont présenté une résistance croisée à la lamivudine, mais ont conservé leur sensibilité aux autres inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse (INTI) (zidovudine, stavudine, ténofovir, abacavir, didanosine et zalcitabine), à tous les inhibiteurs non nucléosidiques de la transcriptase inverse (INNTI) et à tous les inhibiteurs de protéase (IP).
Emtricitabine-resistente virussen waren kruisresistent tegen lamivudine, maar bleven hun gevoeligheid voor andere nucleoside reverse transcriptase-remmers (NRTI’s) (zidovudine, stavudine, tenofovir, abacavir, didanosine en zalcitabine), alle non-nucleoside reverse transcriptase-remmers (NNRTI’s) en alle proteaseremmers (PI’s) behouden.

Les virus résistants à la zidovudine, à la zalcitabine, à la didanosine et aux INNTI ont conservé leur sensibilité à l’emtricitabine (CI 50 = 0,002 à 0,08 µmol/l).
Virussen die resistent zijn tegen zidovudine, zalcitabine, didanosine en NNRTI’s bleven hun gevoeligheid voor emtricitabine (IC 50 =0,002 µmol/l tot 0,08 µmol/l) behouden.

Les virus résistants à l’emtricitabine porteurs de la mutation M184V/I ont présenté une résistance croisée à la lamivudine, mais ont conservé leur sensibilité à la didanosine, la stavudine, le ténofovir, la zalcitabine et la zidovudine.
Emtricitabine-resistente virussen met de M184V/Imutatie waren kruisresistent tegen lamivudine, maar bleven hun gevoeligheid voor didanosine, stavudine, tenofovir, zalcitabine en zidovudine behouden.

Les virus résistants à l’emtricitabine porteurs de la mutation M184V/I ont présenté une résistance croisée à la lamivudine, mais ont conservé leur sensibilité à la didanosine, la stavudine, le ténofovir et la zidovudine.
Emtricitabine-resistente virussen met de M184V/Imutatie waren kruisresistent tegen lamivudine, maar behielden hun gevoeligheid voor didanosine, stavudine, tenofovir en zidovudine.

En culture cellulaire Emtricitabine : Les virus résistants à l’emtricitabine porteurs de la substitution M184V/I ont présenté une résistance croisée à la lamivudine, mais ont conservé leur sensibilité à la didanosine, à la stavudine, au ténofovir et à la zidovudine.
In celkweken Emtricitabine: Emtricitabine-resistente virussen met de M184V/I-substitutie waren kruisresistent tegen lamivudine, maar behielden hun gevoeligheid voor didanosine, stavudine, tenofovir en zidovudine.

Réponse Virologique Pure (analyse de sensibilité) de, respectivement, 92,4% et 94,0% pour Atripla et pour les patients ayant conservé leur traitement
In de groep met eerdere behandeling met NNRTI waren de responspercentages 98,9% versus 97,4% voor respectievelijk Atripla- en SBR-patiënten; een verschil (95% BI) van 1,4% (-4,0%, 6,9%).