Ceci signifie qu’il convient d’examiner, pour chaque application du service de base d'horodatage électronique par la plate-forme eHealth – pour lequel une autorisation générale serait applicable –, s’il est question d’un échange de données à caractère personnel qui doit faire l’objet d’une autorisation préalable de la part d’un comité sectoriel de la Commission de la protection de la vie privée, tel que visé à l’article 31bis de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel.
Dat betekent dat telkens het eHealth-platform instaat voor de toepassing van de basisdienst elektronische datering – en waarvoor dus voortaan een algemene machtiging zou gelden – ook bijkomend dient te worden onderzocht of er geen sprake is van een uitwisseling van persoonsgegevens die het voorwerp dient uit te maken van een voorafgaande machtiging vanwege een sectoraal comité van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, zoals bedoeld in artikel 31bis van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.