S'il apparaît une insuffisance rénale progressive, caractérisée par une augmentation de l'azote non protéinique, il convient d'évaluer soigneusement le traitement et d'envisager l'arrêt du traitement diurétique (voir 4.3).
Indien er een progressieve nierinsufficiëntie ontstaat, gekenmerkt door een stijging van het niet-proteïne stikstof, is zorgvuldige afweging van de therapie noodzakelijk, en dient staken van de diureticatherapie in overweging te worden genomen (zie 4.3).