de omvang van het patiëntenbestand stijgt (van 802 in 2000 tot 1.003 in 2009) het aantal contacten neemt toe (van 5.532 tot 5.686): een lichte stijging de frequentie van de contacten per patiënt daalt (van 6,89 tot 5,67) de structuur van de activiteit verplaatst zich naar de raadpleging, ten nadele van de huisbezoeken (die dalen van 40% in 2000 tot 29% in 2009) steeds meer huisartsen werken in een groepspraktijk (¼ van de VTE’s).
la taille de la patientèle grandit (de 802 en 2000 à 1.003 en 2009) le nombre de contacts augmente (5.532 à 5.686) : une légère augmentation la fréquence des contacts par patient diminue (6,89 à 5,67) la structure de l’activité se déplace vers la consultation au détriment des visites (passant de 40% de visites en 2000 à 29% en 2009) de plus en plus de médecins exercent la médecine en groupe (¼ des ETP).