In antwoord op uw brief van 15 oktober 1991 waarin u om enige verduidelijking vraagt met betrekking tot het punt B.2 van de op 14 september 1991 door de Nationale Raad goedgekeurde 'Leidraad Kontrakten', menen wij dat dit punt als volgt te interpreteren is:
de vereiste dat in contracten met artsen en in de statuten en het huishoudelijk reglement van artsen
vennootschappen bij voorkeur alleen zou gerefereerd worden aan de regels van de medische deontologie en niet aan de Code van geneeskundige Plichtenleer of bepaalde artikels daaruit,
...[+++]is geïnspireerd door de werkwijze bij het opstellen van disciplinaire beslissingen.