Chez les patients plus âgés, les patients en mauvais état général, les patients de classe ASA III ou IV et les patients présentant une hypovolémie, on peut réduire davantage la posologie, en fonction de l'état du patient et de la méthode d'anesthésie utilisée.
Bij oudere patiënten, patiënten met een slechte conditie, patiënten met een ASA-fysiologische status III of IV en patiënten met hypovolemie, kan de dosering verder verlaagd worden, afhankelijk van de conditie van de patiënt en de toegepaste anesthesiemethode.