En 2005, le gouvernement a décidé que les médecins et les dentistes avec un profil de prescription minimum (c’est-à-dire 100 prescriptions pour les médecins et 16 prescriptions pour les dentistes, sur une période de six mois) devaient prescrire un certain pourcentage (par exemple, 50% pour les médecins généralistes) de médicaments « bon marché ».
In 2005 besliste de regering dat artsen en tandartsen met een minimum voorschrijfprofiel (d.w.z. 100 verpakkingen voor artsen en 16 voor tandartsen gedurende zes maand) een bepaald percentage aan (bijvoorbeeld 50% voor een huisarts) “goedkope geneesmiddelen moeten voorschrijven”.